39 toch geleidelijk aan bij mijn fractie tot vrij forse verba zing. Het zou namenlijk zo zijn, dat in het verleden het in het centrum van de gemeente Oudenbosch zou er een marktplein geweest zijn met een duidelijke functie als ontmoetingscen trum. Nou ik ben geboren en getogen Oudenbosschenaar ik weet niet anders als dat er heeft een pastorie gestaan en is er geen sprake van een ontmoetingsruimte. Vervolgens is er sprake van een totale aanneemsom van tien miljoen gulden. Dat zijn dus argumenten en getallen waar ik, waar mijn fractie nooit eerder van kennis heeft kunnen nemen. Ik zou Uw college willen vragen of dat mogelijk is om dat in de commissie eventueel toe te lichten. Dat waren mijn vragen meneer de voorzitter. De VOORZITTER: Een kort antwoord mijnerzijds ten aanzien en met betrekking tot de tussenbalans. Op de andere twee vragen zal wethouder Den Braber antwoorden. Ik zeg U toe dat wij op korte termijn in de commissie ABZ in elk geval en afhankelijk van wat aan definitieve informatie beschikbaar is, ook daarmee in de raad aan de orde zullen komen. Wat daarvoor het beste moment is kan ik niet helemaal inschatten wat betreft de raadsdiscussie, omdat het waarschijnlijk gekoppeld zou kunnen gaan worden aan de voorjaarsnota of andere integrale benade ringen. Ik kan U op dit moment wel zeggen dat een voorlopige eerste berekening heeft uitgewezen en dat is voorlopig en een eerste, dat afhankelijk van wat voor maatregelen het Rijk neemt en zelf ook het belangrijkste gedeelte van de bezuini ging op zich kan nemen, dat de bandbreedte de effecten daarvan voor de gemeente Oudenbosch ligt tussen de globaal tussen de driehonderdduizend gulden en de zeshonderdduizend gulden. Op jaarbasis. Dit om U een indicatie te geven. Ik wou daar nu niet verder over praten maar dat is de meest recente informa tie die we hierover hebben. De heer DEN BRABER: Ik zou de fractie van de WD toch willen adviseren om rondom die stadsvernieuwingssubsidie het kruit even droog te houden. Ik verwacht dat ook daar het draaiboek inmiddels zo een beetje van buiten geleerd is en dan weet men, dat wij in april toezijn aan een dicussie in de commissie VIM over het plan van aanpak voor het project Al. Dat lijkt me een ideale gelegenheid om de leden van de commissie en daarmee de rest van de raad uit en te na te informeren over de aard van de correspondentie die er rondom die achthonderdduizend gulden gevoerd is en dan zal de heer Huijpen met het college niet tot de conclusie komen dat het een reservering betreft, maar dat het een daadwerkelijke toekenning betreft naar Oudenbosch, waar een voorwaarde aan verbonden is, namelijk, dat wij het complex St. Anna moeten betrekken bij de stadsvernieuwingsac tiviteiten. Ten aanzien van de voorbeeldplannen meneer Huijpen, citeert U uit een ontwerp-brief die gemaakt is door de Bouwfonds-Adviesgroep voor het college. Die brief is op die manier niet uitgegaan, want wij weten zeer wel dat Oudenbosch er destijds geen marktplein in het centrum had en die tien miljoen die daarin genoemd wordt is een totale bouwstroomsom, dat is wat meer dan de stadsvernieuwingsactiviteiten die wij voor ogen hadden.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1991 | | pagina 148