28 ik toch wel willen bepleiten om te streven naar een realis tisch plan wat dus ook praktisch uitvoerbaar is. We kunnen bij het behandelen van de diverse plannen in de commissie vast stellen dat in een aantal situaties heel vaak een theoretische wat al te theoretische benadering is en we hebben in het teruggenomen voorstel dus kunnen lezen met betrekking tot de verkeersveiligheidsplan dat er dus best een aantal theoreti sche invullingen in zo'n beheerplan plaatsvinden. Dat zou bij dit plan ook kunnen zijn. Wij zouden daarvoor willen waarschu wen. Daarnaast moet het mogelijk zijn om toch anderzijds flexibel met zo'n beheerplan om te gaan. Heel simpel, na twee strenge winters zal de onderhoudstoestand van de wegen een heel andere zijn, dan na twee zachte winters. Ook zal het college bereid moeten zijn en dat hebben we dus ook bij het verkeersveiligheidsplan in het pre-advies kunnen lezen, om aan te geven, dat op het moment, dat het plan er ligt en daar de raad is vastgesteld en het in uitvoering komt dat daarvoor dan ook de benodigde middelen op de begroting aanwezig zijn. Het is natuurlijk prachtig om de verschillende plannen te laten ontwikkelen prima zou ik zeggen, maar daar waar het dus aan komt op uitvoering van die plannen, dan komt dus concreet in beeld in hoeverre dus in eerste termijn het college bereid is om dus het financieel kaartje wat er aanhangt om dat zeg maar daadwerkelijk dus ook om te zetten. Ik denk dat het toch belangrijk is om dat even te zeggen. We hebben daar voor de toekomst best wel wat zorg over. Dank u wel. De VOORZITTER: Het woord is aan wethouder Den Braber. De heer DEN BRABER: In de commissie heb ik al op de desbetref fende vragen van de heer Wijnen gezegd dat er een stuk oplei ding in zit en niet alleen qua software toepassing maar ook qua inventarisatietechniek, vandaar dat ik het helemaal met hem eens ben, dat het een goede zaak is dat in de startronde de gemeente het eigen gemeentepersoneel en de mensen van het adviesbureau samen op pad gaan om de een met de kennis van zaken, zoals we die in Oudenbosch zelf hebben en de ander met de kennis van zaken hoe je zo'n beheerplan opzet om die twee zaken met elkaar parallel te laten lopen en met elkaar te leren hoe wij hier in Oudenbosch er voor staan. Dan vraagt U, ja, de zaak van er moeten gelden beschikbaar zijn. Ook de heer Huijben vraagt daarnaar. Ja dat hangt af in eerste instantie hoe de slag om de gelden in het College zich zal afspelen en ik heb net vernomen bij het vorige agendapunt dat er weer vierhonderd gulden concurerend opgenomen wordt en vervolgens hoe Uw raad erover zal oordelen. Het is uiteindelijk aan Uw raad om te bepalen hoeveel geld er voor onderhoud aan wegen beschikbaar zal komen. Kom ik meteen op de kern van de vraag van de heer Huijpen, die vraagt om een realistisch plan. Ik bespeur een beetje uit de aard van de opmerkingen van de heer Huijpen, dat hij van mening is dat wij hier doende zijn een investeringsplan te maken voor de wegen. Ik moet erop wijzen dat dit een onderhoudsplan wordt. Een onderhoudstechniek van hoe maak je nou het hele onderhoudsprogramma in meerjaren respectief beheerbaar. Als U de bescheiden van de software hebt gelezen dan zult U zien dat we een aantal variabelen

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1991 | | pagina 137