24 tot een aardig resultaat leidt. Dank u. De VOORZITTER: Meneer Van den Bosch. Uw opmerking over de verhouding ten opzichte van de bestaande werkgelegenheid, arbeidsplaatsen bij de sociale werkvoorziening, U vraagt daar aandacht voor, dat is heel terecht. We hebben die aandacht zelf ook al gevraagd in ons gesprek van ongeveer een week of drie geleden met de directie van de Sociale Werkvoorziening in dit gebied. Daaruit is naar voren gekomen, dat zij daar na tuurlijk ook die bui, tussen aanhalingstekens, zagen aankomen. En dan zijn er een aantal afspraken gemaakt waarbij als uit gangspunt eigenlijk geldt dat die plaatsen werkgelegenheid, die aantoonbaar altijd ingenomen werden door deelnemers van de Sociale Werkvoorziening dat die als het ware gereserveerd blijven voor de sociale Werkvoorziening. Juist om dat soort concurrentie-situaties te voorkomen. We kunnen daar allerlei voorbeelden van aanhalen bij diverse overheidsinstellingen die als ze heel handig zijn en de regels toepassen ook zich schul dig zouden kunnen maken aan vormen van subsidievervalsing, als ik het zo maar even mag noemen. We hebben daar de WSW op geattendeerd, ze zijn daar ook geheel nadrukkelijk van bewust en daar zijn tot op dit moment goede afspraken over gemaakt met die plaatsen waar zij tot nu toe mensen hebben kunnen onderbrengen. Maar het zal ook bij ons steeds alert ook ge volgd blijven worden want ook binnen de gemeente aan de ge meente gelieerde instellingen waar wij dus toch een bepaalde bevoegdheid in hebben om daar op te letten kan dit dus ook aan de orde komen. Wij zullen er echt op letten. Overigens in samenwerking met de WSW. Uw opmerking over de bestuurssamen stelling. U weet dat er zijn nog steeds een aantal vacatures in het bestuur. Die zijn nadrukkelijk opengelaten voor zowel de werkgeversgeleding, als werknemersgeleding. De werkgevers hebben voorlopig afgehaakt. Dat houdt verband onder andere met het feit dat tot nu toe de mogelijkheden om het plaatsen van mensen via de regeling zoals op dit moment zijn in het parti culier bedrijfsleven, dat die op dit moment nog beperkt zijn. Ik kan me dus wat dat betreft het standpunt van de werkgevers voorstellen, daarnaast zeggen de werkgevers ook we hebben voldoende aan onze vertegenwoordiging binnen het RBA, daar vindt toch uiteindelijk de eindtoetsing plaats en we hebben geen behoefte om ook nog eens een keer in het bestuur van een stichting als "Maatwerk" op te treden. Daarnaast blijft na tuurlijk ook de vacature open voor werknemersorganisaties. De invulling daarvan heeft nog geen plaatsgevonden. Ik ben het met U eens dat dat noodzakelijk is. We zullen aan de andere kant moeten oppassen, dat we een evenwichtig samengesteld bestuur hebben wat niet te groot is, wat ook werkbaar blijft. En waar ieder binnen zijn eigen verantwoordelijkheden kan werken. Maar ik blijf daar diligent op want ik zie daar, ook al is het maar voor de maatschappelijke inbedding van dit probleem belangrijk, dat beide geledingen aanwezig zijn. Uw opmerking meneer Van Oosterhout over een soort public- private-partnership constructie. Wil eigenlijk zeggen, dat U duidt op samenwerking met commerciële uitzendbureausDaar komt het op neer. Ik weet zelf, dat een aantal van de grotere bureau's daar zich ok al inspanning voor getroost. Die echt

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1991 | | pagina 133