17 op deze manier toestemming van U hadden moeten krijgen en dan noem ik van nederland 1 tot en met nederland 3 en noemt U ze allemaal maar op, want die worden allemaal gratis ter beschik king gesteld aan de zenders en in dat verband ook commerciële omroepen laten we het zo noemen die in hun heel pakket ook best een grote dosis commercialiteit verpakt hebben en dan komen we namenlijk op een discussie terecht, die natuurlijk heel moeilijk is. Het is daarnaast dus niet zo, dat als U zegt als je om niet een kanaal ter beschikking stelt dat je dan praat over een schenking en ik weet ook wel dat een schenking door de raad zeker als ze hem ontvangen aanvaard moet worden ook wel als ze hem moeten geven, maar dat is maar vooral als ze een schenking ontvangen de raad zich daarover moet buigen. Ik kan dat dus niet helemaal met U eens zijn. Het lijkt alsof U correct redeneert, maar dan moet U eerst maar eens kijken naar al die andere kanalen die al reeds jaar en dag om niet aan zendgemachtigden ter beschikking zijn gesteld. Er zijn eigenlijk een tweetal vragen die min of meer op hetzelfde neer komen, tenminste zo vertaal ik het: U zegt in de eerste plaa ts, dat U vind dat er wat te weinig informatie komt over de achtergronden en het denken en het doen van deze CAI-commis sie. En dat sluit ook eigenlijk meteen op dat U niet voldoende duidelijk is op grond van welke criterea deze keuzes gemaakt zijn. Ik heb getracht dat in mijn eerste gedeeltelijk in tweede termijn uit te leggen. U vindt nog steeds dat dat niet voldoende is. Ik wou U wel in herinnering brengen dat op zich formeel de bevoegdheden zijn van deze commissie ex. art. 61. en dat het op grond van eerdere afspraken en in de regels zoals die hier liggen aan de raad is formeel om te besluiten toestemming te geven tot het doen van deze investering. Dat is kennelijk een voorbehoud die de raad indertijd gemaakt heeft dat was ook voor mijn tijd, daar kunt U zich over buigen en alle andere aspecten die U net noemt hoe interessant ze ook zijn, in wezen niet rechtstreeks in deze raad thuis horen maar gedelegeerd zijn aan de CAI-commissie. Ik ben het wel met U eens, dat het de moeite waard is om in het kader van de begro tingsbehandeling en dan kunnen we misschien daarbij ook meteen betrekken het functioneren van de commissie ex. art. 61. bij de begrotingsbehandeling bij de nota van aanbieding nadrukke lijke aandacht te besteden ook aan de cultuurkant van het hele aspect het hele onderwerp en dan hopen we dat er ook eens nadrukkelijk met wethouder van Overveld gepraat moet worden, het zijn natuurlijk ook zaken die in zijn portefeuille zitten en dat we dus zowel het functioneren van de commissie ex. art. 61 als de cultuurzijde, dat we die eens fundamenteel testen. Laten we dit nu niet op dit moment doen, maar daar een beter moment voor afwachten. Ik hoop dat ik U hiermee voldoende heb geinformeerd. Ik heb ook nota genomen van het feit dat met wat bedenkingen die U heeft, maar tegen het voorstel om de capaci teit met vier kanalen uit te breiden daarvoor toestemming te geven aan de CAI-commissie om binnen haar eigen middelen de investering te doen, dat dat op zich geen bezwaren ondervindt bij U. Dan is mijn conclusie juist. Korte stemverklaring voor wie daaraan behoefte heeft.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1991 | | pagina 126