uitspreekt over het feit dat we op z'n minst genegen zijn om het dan bij het RBA onder te brengen of voornemens zijn om het bij het RBA onder te brengen, gezien de situatie. Maar dat we niet in het ongewis laten wat we met die toetsing, die noodza kelijkerwijs verricht moet worden, moet gebeuren. De VOORZITTER: Ja het is zo dat er niet meer getoetst wordt, dat dat gebeurt op initiatief van uiteindelijk het ministerie, die de interumregeling daar voor ook heeft ingetrokken. Vanuit de filosofie dat er een groot aantal alternatieven op dit moment in dit beleidsgebied voorhanden is. Het RBA heeft in principe de welwillendheid uitgesproken. Het is organisato risch nog niet zover, het is in ontwikkeling. Ik heb u ook geschetst dat Divosa daar ook nog eens na wilt kijken omdat het ook best zo kunnen dat het binnen de kring van Divosa zou kunnen gebeuren, bij de Sociale Dienst. Ik zelf ben geneigd met u, als ik dat zo beluister, om het bij voorkeur over te laten aan het RBA. Mag ik het zo verstaan dat wij vanuit het college nadrukkelijk bij het toezenden van dit raadsbesluit daarbij de opmerking plaatsen dat wij het op prijs stellen en eigenlijk wensen dat het RBA de toetsing van "aktiviteiten werken met behoud van uitkering" op zich neemt. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangeno men. 6. Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet voor uitbreiding kanaal- en programmacapaciteit t.b.v. het c.a.i.-bedrijf De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter, bij dit voorstel wordt ons een krediet gevraagd voor het uitbreiden van de infrastructuur van het c.a.i.-bedrijf en daar wordt ons gevraagd om een krediet uit te trekken waarmee niet twee maar vier kanalen uitbreiding gefinancierd kan worden. Wat ik nu mis in dit voorstel is eigenlijk de redenering die schuil gaat achter de aanvraag voor een krediet voor vier kanalen. Voor twee kanalen wordt een bestemming aangegeven. De andere twee kanalen zal wellicht in een volgende vergadering een bestemming gevonden worden maar is het nu zo dat de uitbreiding met vier prijs- technisch interessanter is of dat dat om reden van noodzaak op korte termijn noodzakelijk is om er nu vier in plaats van twee aan te vragen. Reden waarom er een uitbreiding van vier moet plaatsvinden in plaats van twee is mij niet geheel duidelijk. Dat vind ik ook een beetje triviaal. Waar ik ook mee zit is de kwestie van het kuituurelement wat bij media speelt. Ik vraag mij af in hoeverre dat de uitbreiding van de capaciteit ook meteen kan worden ingevuld zoals dat blijkbaar de bedoeling is. Is het zo dat de raad in dit soort zaken niet mede kan bepalen welk aanbod, welke invulling op die infrastructuur gegeven wordt.Er wordt een uitbreiding gegeven zoals voorge steld met twee, allereerst een voor de LOVO, anderzijds een voor de CNN. Heeft de raad daar dan, concreet gezegd nog enige zeggenschap over of is dat iets wat des commissie's CAI is?Ik vraag dat temeer, omdat ik mij ook een beetje zorgen maak om, maar dat is misschien wat persoonlijk getint,om de inhoud van

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1991 | | pagina 118