hoofdstuk 4. Geluiden hebben mij bereikt dat, en ik vind die ook niet onterecht, dat men beoordeelde dat na de commissie vergadering een aantal wijzigingen is aangebracht die niet geheel duidelijk zijn en dat er behoefte bestond om daar eerst binnen de commissie nog eens uitvoerig over te discussiëren. Het lijkt mij ook verstandig, het is een plan wat nogal ver strekkende gevolgen zou kunnen hebben in de toekomst voor Oudenbosch. Dus ik geef u hiermee te kennen dat we dit agenda punt van de agenda afvoeren, dat er in de eerstkomende commis sievergadering van de commissie VIM op 15 april dit aan de orde zal komen en dat de planning dan zou is dat dat 25 april in de raad kan komen. Er is mij verzekerd dat in de hele procedure en besluitvorming, de planningen die daaraan ten grondslag liggen, dat daar geen geweld meer wordt aangedaan. Dus dat u straks nog uitvoerig de tijd heeft om op grond van gedegen voorbereidingen om daar nog verder een standpunt over te bepalen, het besluit te nemen. Het is in de mededelingen sfeer, maar goed. De heer VAN DEN BOSCH: Ja, voorzitter, op zich niet inhoude lijk over de afweging om dit agendapunt van deze agenda af te halen, maar procedureel. Kijk, ik denk dat het op zijn minst dienstig zou zijn geweest als u daar van te voren ook de fracties van in kennis had gesteld, want wij hebben in het recente verleden ook meerdere malen laten we zeggen ons be zwaar kenbaar gemaakt tegen een bepaald agendapunt op de agenda en ja dat was toen een redenering van ja het staat op de agenda en je bent er te laat mee. Ik kan me toch voorstel len dat we daar een afspraak over maken dat we zeggen van kijk, als er met een agenda een voorstel wordt afgehaald op verzoek van één of meerdere fracties dat daar dan alle frac ties bij betrokken zijn bij die afweging. De heer HUIJPEN: Mijnheer de voorzitter, wanneer de verdaging van een agendapunt een inhoudelijke bijdrage kan leveren dan heeft mijn fractie daar geen moeite mee, maar procedureel wel. Ik vind het nou eigenlijk niet direct zo op zijn plaats om twee minuten voor de vergadering van de wethouder de medede ling te krijgen dat dit agendapunt naar alle waarschijnlijk heid afgevoerd gaat worden. De discussie in het fractieberaad heeft plaatsgevonden, het werk is ervoor verricht en ik zou me voor kunnen stellen dat wanneer het bij het college in een vroegtijdig stadium bekend is, dat het mogelijk zou moeten zijn contact op te nemen met de fractievoorzitters om daarmee overleg te plegen en mededeling te doen. Zeker in het licht van het feit dat ik de afgelopen middag met u nog contact gehad heb. Dank u wel. De VOORZITTER: Ja en nee. Ik ben het met u eens dat dat wel licht op een betere manier en wellicht in een wat vroeger stadium aan u kenbaar gemaakt kan worden. Dat op de eerste plaats. Op de tweede plaats denk ik dat het ook een wederzijds goed gebruik zou zijn als er vanuit bepaalde fracties bepaalde problemen met een bepaald stuk zijn, dan heb ik het niet over de inhoud van een stuk, over de eigen politieke benadering van de materie, want dat is hier aan de orde, maar als het gaat

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1991 | | pagina 111