-41-
dat daar olie wordt afgetapt in het schoonwaterriool en dat ver
ontrust dan de bewoners in de omgeving van de vijver. Ik zou
daar toch wel erg grote zorg voor willen hebben.
De heer DEN BRABER: Heel kort. Wij kennen het probleem. Wij hebben
de betrokkenen die een deel van de grond van het bedrijf huurt
al heel indringend aangeschreven en ook de verhuurder van de
grond aangeschreven dat die zaak opgeheven moet worden. Daar
is geen vergunning voor. Ja, wij zijn er dus mee bezig, maar
hij reageert heel matig, laat ik het zachtjes uitdrukken.
De heer VAN DEN BOSCH: Ja, voorzitter, iets naar aanleiding van
de iepenziekte die in Oudenbosch is uitgebroken. Daar staat in
de pers een mededeling dat deze iepen zullen worden gemerkt en
in het najaar zullen worden gerooid en vernietigd. Nou schijnt
het kenmerk van iepenziekte te zijn dat je dat ter plekke moet
opruimen omdat dat anders zich verspreid. Dus ik heb me laten
vertellen dat de planteziektenkundige dienst eigenlijk die iepen
ziekte signaleert en dat je dan als beheerder de plicht hebt
om dat ter plekke af te voeren, omdat het toch vrij snel tot
spreiding leidt. Dus graag eigenlijk uw aandacht voor deskundige
verwijdering van die iepen, want in hetzelfde persbericht staat
ook dat u iepen vervangt door andere boomsoorten. Als ik het
dan als leek begrijp dan kunt u alle iepen opdoeken als u dat
niet snel netjes en deskundig verwijdert.
De VOORZITTER: Het zal op deskundige wijze gebeuren. Wij zullen
dat met gemeentewerken uiteraard opnemen.
De heer VAN DEN BOSCH: Dank u voorzitter. Nog een tweede punt.
Het gaat over de brief die de Stichting Gemeenschapshuis heeft
ontvangen van uw college. We hebben daar in de commissie ABZ
eerder laten we zeggen onze afkeuring over uitgesproken, over
de toonzetting van de brief en blijkens een persreactie van u
als voorzitter hebben wij daar ook uit begrepen dat u daar toch
ook in ieder geval een kanttekening bij geplaatst heeft, maar
wij denken dat het zelfs heel goed is dat die Stichting Gemeen
schapshuis, die nu vraagt ja, wanneer komt u nou eens met ons
praten, wanneer kunnen we u nou eens ontvangen om over achter
stallig onderhoud te discussiëren. Ik denk dat het goed is dat
u daar spoedig uitsluitsel over geeft, want anders wordt het
toch wat eenzijdig. Dus onze concrete vraag is eigenlijk wanneer
gaat u met de Stichting Gemeenschapshuis praten over het achter
stallig onderhoud.
De VOORZITTER: Daarover zijn wij geruime tijd reeds in gesprek.
Die gesprekken zullen we voortzetten op het moment dat er duide
lijkheid is omtrent de definitieve gang van zaken rondom het
gebouw.
De heer VAN DEN BOSCH: Ja, voorzitter, ik kom graag op dat ant
woord bij een andere gelegenheid nog een keer terug. Tenslotte
dan, wij hebben in de commissie ABZ een overzicht gekregen van
de extra uitgaven die in 1991 al in kaart zijn gebracht en wanneer
denkt u dat daar een integraal overzicht van beschikbaar zou
kunnen zijn?
De VOORZITTER: U heeft een overzicht gekregen van de stand van
zaken op dat moment. Ik moet even naar de collega kijken
U wordt vrijwel elke ABZ overigens bijgepraat met de stand van