-31- Wij hebben het gerucht opgevangen dat dat voorstel aanzienlijk zou uitgekleed zijn in de richting van dat er een paar krenten uit de pap zouden zijn gehaald. Graag daar informatie over. Dat zou toch niet onze instemming hebben, want het was juist zo'n fraaie gedachte om het Oudenbosch-breed te bekijken. De heer VAN AGTMAAL: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. De VVD is van mening dat dit uitvoeren van het distributie-planologisch onderzoek beter laat dan nooit kan plaatsvinden. Het had er naar onze mening al lang moeten zijn, denk ik, gezien de problematiek. De vraag is echter ook, de bijdrage van het KNOV en de winkeliers vereniging is die definitief? De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter, een prima initiatief om samen met de ondernemers te komen tot een veel breder onderzoek dan elk afzonderlijk zou aankunnen. Ik denk dat door de twee vraag stellingen zoals ze leven bij de plaatselijke middenstand, de winkeliersvereniging en het KNOV en de vraagstelling zoals die leeft bij de gemeente samen te voegen en er op die manier een formule van te maken en die voor te leggen aan een bureau wat dan dat distributie-planologisch onderzoek of ruimtelijk econo- misch-structuuronderzoek gaat aanvangen, dat dat een geweldig voorbeeld is van samenwerking van lokale ondernemers en overheid. Ik ben het dus van harte eens met dit voorstel en ik ben ook heel erg benieuwd wat de uitkomsten daarvan zullen zijn. We hebben inmiddels de afgelopen jaren of het afgelopen jaar, een aantal onderzoeken laten verrichten, veel meer dan in het begin van de jaren '80, de eerste helft van de jaren '80 hebben meegemaakt, onderzoeken van een extern bureau of externe adviseurs die ons rapporten aanbieden. Dit wordt er ook weer een van. We hebben het onderzoek van ODRP in huis, we hebben tal van onderzoeken. Ik ben een klein beetje huiverig ten opzichte van het eindresul taat. Niet wat betreft het eindresultaat van de nota, danwel het resultaat wat straks te zien zal zijn. De feitelijke conclusies die getrokken gaan worden. De toekomst zal uitwijzen of ik mijn twijfel nu terecht uitspreek. Ik hoop van niet. Mevrouw KORPEL-SCHIPPERJa, mijnheer de voorzitter, ik ben blij dat mijnheer Van Oosterhout dezelfde gave heeft als ik, want die kan ook in de toekomst kijken. Gezien de ontwikkelingen in Oudenbosch vinden wij het belangrijk dat dit onderzoek gaat plaatsvinden. Ook wij kijken met grote belangstelling uit naar de resultaten van dit onderzoek. De VOORZITTER: Dank u. Ten aanzien van de opmerkingen van de heer Van den Bosch over het concept en dat dat uitgekleed zou zijn, moet ik enigszins verbaasd vaststellen dat ik niet weet waar die informatie op gebaseerd is, maar dat is zeker niet zo. Het concept is eigenlijk niet fundamenteel gewijzigd in het ver volggesprek. De bijdrage van het KNOV is die definitief? Nee, er moet nog een ledenvergadering plaatsvinden plus moet de subsi die aangevraagd worden bij de organisatie waarbij de winkeliers daarvoor terecht kunnen en daar is hooguit eind september uit sluitsel over. De heer Van Oosterhout vraagt zich af met betrek king tot de uitkomsten ik denk wat de raad ermee zal gaan doen. Ik denk dat ik moet vaststellen dat het de verantwoordelijkheid is van deze raad om datgene te doen met uitkomsten van onderzoeken wat zij meent daarmee te moeten doen.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 42