-28- De VOORZITTER: Daar kan ik u heel snel op antwoorden. Daar waar u van andere mensen eist dat ze voortaan op een wellicht wat andere manier met zaken omgaan zou het best kunnen zijn dat we de hand eens in eigen boezem moeten steken op een gegeven moment en ook eens moeten gaan kijken naar hoe de politiek in dit totaal functioneert en of daar wijzigingen nodig zijn in procedures of weet ik wat. Ik heb alleen niet, nee, laat ik het zo zeggen wij hebben bij de discussie helemaal aan het begin toen we over reorganisatie spraken vastgesteld dat het eigenlijk niet zou moeten blijven bij alleen maar reorganisatie van het ambtelijk apparaat, maar dat ook de politiek de bereidheid zou moeten hebben om te reorganiseren tussen aanhalingstekens, daar waar dat naar ons eigen gevoel nodig zou zijn. Wij hebben gezegd maar we moeten ergens beginnen en we beginnen bij het ambtelijk apparaat en daar refereer ik eigenlijk aan, aan die discussie. De heer WIJNEN: Volgens mij is dat een onjuiste interpretatie. Het gaat niet om de politiek, het gaat om alle geledingen in de organisatie. Dus dat is niet de politiek, maar dat is ook de besluitvorming op het hoogste niveau. Dus alle geledingen, burgemeester, B W en niet de hele trap van boven naar beneden. Dat was de doelstelling en de relatie naar de raad die stond niet buiten beschouwing, maar dat was een belangrijk element omdat dat aanleiding gaf tot het laten we zeggen goed kunnen functioneren van de beide organisaties. Maar het is niet zo dat de zaak omgedraaid zou moeten en gezegd gaat worden van kijk, de ambtenaren of de ambtelijke zaken stelt die en die eisen aan de werkwijze van de fracties of van de gemeenteraad. De VOORZITTER: Zo heeft u mij ook niet horen praten. De heer VAN DEN BOSCH: Nou, voorzitter, ik voel me nu alweer gerustgesteld moet ik zeggen. De VOORZITTER: Mijnheer Van den Bosch had het woord. Heeft u uw opmerkingen gemaakt? Iemand nog in de tweede termijn? Niet. Dan naar de heer Van den Bosch toe, u zegt of u hoopt dat het krediet wordt uitgeput. Ik hoop dat het uitputtend wordt gebruikt, waarbij wij wel met elkaar discussiërend hebben vastgesteld dat het toch een goede zaak is dat zaken ook gedragen worden door laten we zeggen de leidinggevenden in een organisatie en die mede-verantwoordelijkheid daar willen wij toch graag gebruik van maken. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 11. Voorstel tot het vaststellen van de Legesverordening 1990 De heer VAN DEN BOSCH: Voorzitter, hoogstwaarschijnlijk een tec- nisch vraagstuk, want uiteindelijk zijn de tarieven kostendekkend gemaakt, waar wij ook al een aantal keren uw aandacht voor ge vraagd hebben, maar we willen dan nu nog, op dit moment uw aan dacht vragen voor een onderwerp wat niet in dit voorstel is be sproken, maar wat naar de burgers toe erg belangrijk is. Kijk, wanneer gaat dit tarief, wanneer wordt dat van kracht? Zodra wij dat hebben aangenomen als raad of zodra de provincie het goedkeurt of als het ministerie van binnenlandse zaken het goed-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 39