-22- De heer DEN BRABER: Nou, ik vind het een vergaan statement van de fractie van de Partij van de Arbeid om te zeggen het is de aller-, aller-, allerlaatste keer, want wie van ons is zo rijk dat hij in de toekomst kan kijken en met zekerheid die toekomst voor zichzelf af kan bakenen. Maar we doen ons best en dat is een reactie meteen dan op diverse opmerkingen die er over gemaakt zijn. We doen ons best om inderdaad per 1 januari 1991, de begro tingscyclus 1991 afgerond teéiebben en we vers van leven aan een nieuw jaar kunnen beginnen om dan inderdaad alles op orde te hebben op financieel gebied en dat is dan mede dank zij de extra inspanningen die er de afgelopen tijd geleverd is. Het compliment dat de heer Van den Bosch maakt is daarover zeer terecht en ik zal zorgen dat dat terecht komt daar waar dat thuis hoort. Ja, nogmaals 1 januari 1991 daar hebben wij ons streven op gericht om dan de afdeling financiën qua werkzaamheden en wellicht ook qua inrichting op orde te hebben, maar dat laatste dat moet ik met enig voorbehoud doen want we moeten dat implementatie-traject van die reorganisatie als het daartoe komt verder nog in gaan vullen. De heer Van den Bosch heeft in de ABZ-vergadering al gevraagd van om hoeveel uren gaat het nou. Wij hebben bij VB Accountants een specificatie gevraagd en het gaat om 400 uur algemene dienst, 100 uur grondbedrijf, 60 uur centrale antenne en 25 uur woningbedrijf, bij elkaar 585 uur en dat is 2 mensen voor 2 maanden, waarbij dan wel de aantekening gemaakt moet worden dat de daadwerkelijke afrekening op basis van werkelijk gemaakte uren zal plaatsvinden. We moeten naar de toekomst toe, mijnheer Van Agtmaal inderdaad proberen achterstand te voorkomen. We hebben goede hoop dat we dat toch voor elkaar zullen gaan krijgen na een reeks van jaren waarin dat helemaal niet gelukt is en dat houdt dan in dat we de rekening 1990 in ieder geval op eigen kracht gestalte kunnen gaan geven. Belastingaanslagen, de strate gie is erop gericht om de aanslagen met name ook vanwege het inkomenseffect voor de gemeente, waar de heer Van Oosterhout op doelt, de eerste aanslag van de heffingen 1991 om die in april 1991 te doen uitgaan. Wij realiseren ons zeer wel dat je daar niet vlak voor een aanslag voor 1990 bij de mensen in de bus kunt stoppen, want dan krijg je een cumulatie van verplichtingen die voor sommigen wellicht een al te grote hobbel zou zijn. Van daar dat wij de inspanningen die wij op dit moment dank zij over werk ook enz. verrichten, dat die erop gericht zijjbnom nog dit najaar de aanslagen voor 1990 de deur uit te doen gaan. Als het onverhoopt niet zou mogen lukken, maar ik heb geen enkele aanwij zing dat het niet lukt op dit moment, als het onverhoopt niet zou lukken dan zullen wij tijdig aan de bel trekken om maatregelen te nemen om dat inderdaad dit jaar nog te realiseren want ik denk dat we op tafel moeten houden dat in april 1991 de eer ste aanslagen van 1991 de deur uitgaan. Ik denk dat ik daarmee alle vragen beantwoord heb. De heer VAN DEN BOSCH: Voorzitter, de wethouder erkentelijk zijnde voor zijn gegevens, ik vind alleen de toezegging dit najaar, levende al in september, over een paar dagen begint de herfèt al, dus en als we in december met die aanslagen komen denk ik dat we als gemeente niet zo'n fraaie beurt maken, want het is bekend dat er dan veel uitgaven gepleegd worden. Dus wij hadden een voorstel om toch een streep te trekken uiterlijk eind november en we kunnen ons voorstellen dat u dan toch, laat ik zeggen, eind september al kunt zien of dat haalbaar is om dat te doen.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 33