81 geeft ook aan dat wij rekenen op een breed draagvlak van deze raad, omdat de motie toch een intentie uitspreekt dat om het financiële beleid in Oudenbosch aan te pakken daar het meer sporenbeleid voor noodzakelijk is. Dus wij zouden de motie graag in stemming willen brengen. De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter, ik begrijp de intentie die er aan de motie ten grondslag ligt. Het is de bedoeling om het college met name, dat blijkt uit het laatste deel ook, te activeren. Ik denk dat ondanks een enkele kritische opmerking, die wij met name ook in eerste termijn hebben gemaakt, wij de mening huldigen dat het college die aansporing niet nodig heeft om voortvarend te werken. Wij vinden dat uit alles blijkt dat er voortvarend gewerkt wordt en waar wij dus com plimenten hebben uitgedeeld met betrekking tot die voortva rendheid en de wijze waarop tot op heden is gewerkt aan het laten we zeggen duidelijker boven water krijgen waar we finan cieel staan en waar wij ook complimenten hebben uitgedeeld met betrekking tot de wijze waarop de begroting dit jaar, het meerjarenperspectief etc. is verzorgd, zien wij op dit moment niet in welke meerwaarde aan deze motie ontleend kan worden. Wij vinden dat het college die aansporing niet nodig heeft en ik denk dat wij daarom tegen deze motie zijn. De VOORZITTER: Aan de orde is de stemming over de motie van het CDA De stemming heeft tot resultaat: Voor genoemd voorstel stemmen de leden: Van den Bosch, Wijnen, Dirven-van Aalst, Huijpen, Van Agtmaal, Jongenelen en Van Hoek. Tegen genoemd voorstel stemmen de leden: Du Pont, Van Ooster hout, Koch, Terloo, Hermes, Van de Luijtgaarden, Den Braber en Van Overveld. De motie is derhalve met 7 stemmen voor en 8 stemmen tegen verworpen De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter, mag ik u vragen of ik aan deze raad nog een vraag mag stellen, die ik hier wel had genoteerd, maar die ik pas nu net weer even, ik had geen secretaris, ik ontdekte het zelf. Maar het is een vraag die ik in eerste termijn al aan de fracties heb gesteld en ik zou u willen vragen of ik dat nu nog even mag aftasten nu op dit moment, de opvatting daarvan. Het betreft het cluster binnen het streekgewestIk heb in deze raad gevraagd, wellicht had ik dat ook op een andere plaats kunnen doen, maar de tijd noopt dat wij op korte termijn met de buurgemeenten, de clus tergemeenten over gaan spreken, dat wij er behoefte aan hebben en ik denk dat het een goede zaak is, dat wij ten principale hier aangeven dat er met betrekking tot de wijze van de verde ling van die DB-zetel afspraken gemaakt kunnen worden met de gemeenten Standdaarbuiten en Oud Gastel en dat wij bereid zijn die afspraken te maken met die DB-zetelverdeling en die ook straks vast te leggen in laten we zeggen een uitspraak van de raad. Als de fracties aangeven dat zij met die werkwijze akkoord zijn, dat zij de intentie onderschrijven, dan kan naar

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 333