79 geen centen over heeft voor het jeugd- en jongerenwerk, anders dan hiervoor bezuinigingen te vinden? De heer VAN OOSTERHOUT: U heeft het niet goed gehoord. Wij hebben in onze eerste en in onze tweede termijn heel duidelijk aangegeven wat wij daarvoor over hebben en wij zullen middelen ter beschikking stellen. De VOORZITTER: Ik stel vast, heren, dat we een discussie over gaan doen die we al gedaan hebben. Wij zijn bezig met een stemming danwel stemverklaring en niet meer met een discussie. Dus ik stel aan de orde het voorstel van het CDA om voor jeugd- en jongerenwerk 48.000,-- afgerond beschikbaar te houden in de begroting. De stemming heeft tot resultaat: Voor genoemd voorstel stemmen de leden: Van den Bosch, Wijnen, Dirven-van Aalst, Huijpen, Van Agtmaal, Jongenelen en Van Hoek. Tegen genoemd voorstel stemmen de leden: Du Pont, Van Ooster hout, Koch, Terloo, Hermes, Van de Luijtgaarden, Den Braber en Van Overveld. Het voorstel is derhalve met 7 stemmen voor en 8 stemmen tegen verworpen. De VOORZITTER: Dan kom ik bij het laatste voorstel, waarbij het college heeft gezegd deze mogelijkheid terdege te willen onderzoeken. Wij vonden het niet passen om zonder overleg met de commissie te zeggen wij verhogen of verlagen de tarieven niet. Overtuigd door de opvatting in uw raad stellen wij vast dat we zonder medewerking van de commissie CAI op dit moment niet zeggen wij eisen een deel van de reserves op. Om dezelfde reden stelt het college voor om op dit moment niet op voorhand te zeggen de L0V0 moet uit de CAI-gelden bekostigd worden. Ik heb het wel degelijk als een hele reële mogelijkheid overge houden, maar dan na overleg met alle partijen. Ik wil dat toch nog even voorafgaand mededelen om consistent te blijven in het beleid. De heer VAN DEN BOSCH: Voorzitter, u zegt nu, want vorige keer was al niet duidelijk of u die greep uit die CAI-reserves zou continueren. Dat is nu van de baan en dan zou ons voorstel nu luiden dat wij de subsidiëring van de LOVO in overweging geven om die via de CAI-reserves te laten lopen. De VOORZITTER: Dat heeft u al gedaan en wij hebben dat in serieuze overweging genomen. Wij hebben alleen gezegd we doen dat in overleg met de CAI-commissie. De heer VAN DEN BOSCH: Nou, voorzitter, dat is een hele ele gante manier van doen. De VOORZITTER: Dan neem ik aan dat u uw voorstel om het in stemming te brengen terugneemt? De heer VAN DEN BOSCH: Ja, wij vertrouwen op uw doortastende

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 331