65 De heer DEN BRABER: In ieder geval zowel aan de inkomsten- als aan de uitgavenkant van de begroting wordt inflatie ieder jaar aangebracht, wordt daar rekening mee gehouden? De heer VAN OOSTERHOUT: In begrijp dat het helemaal niet zo'n luxe kantorencomplex wordt ineens, dus het is niet zo'n pres- tige-object als het wel lijkt. De heer DEN BRABER: Dat is een constatering van de heer Van Oosterhout, die mijnerzijds geen commentaar behoeft. De heer HUIJPEN: Het gaat om het functioneel zijn van het gebouw, mijnheer de voorzitter, en dat houdt iets meer in dan ruimtebiedend De heer VAN OOSTERHOUT: Wat kosten uw plannen, mijnheer Huijpen en zijn die ook aan inflatie onderhevig? Wat kosten uw alternatieven? De heer HUIJPEN: Die zijn natuurlijk aan inflatie onderhevig, maar ik heb dat doorberekend. De heer DEN BRABER: Voorzitter, mag ik weer, want ik ben er bijna. Het ontgaat het college, mijnheer Huijpen, helemaal wat de conclusie van de commissie VIM, met uitzondering van uw fractie om op dit moment niet over te gaan tot aanschaf van de milieuboxen te maken zou hebben met het gebrek aan moed of gebrek aan daadwerkelijke aanpak van het probleem. De commis sie VIM heeft op voorstel van het college in overgrote meer derheid geadviseerd om inderdaad het probleem van afvalschei ding integraal aan te pakken. Dat doen we op basis van een op te stellen afvalstoffennota en ik denk niet dat aansprakelijk kan zijn het gebrek aan moed of zo. Ik zie de relatie helemaal niet tussen de opmerking die u erover maakt en waar wij mee bezig zijn. De heer HUIJPEN: Nee, die opmerking heeft dus meer te maken met het invoeren van de milieubox. Het is u bekend dat wij daar een fervent voorstander van zijn en we hebben dat con creet aangegeven ook door voor te stellen daar middelen voor in de begroting op te nemen en ik denk dat we dus wat dat punt betreft dus best mede het voortouw kunnen nemen en dat heb ik bedoeld met die opmerking. De heer DEN BRABER: Ja, maar ik zeg dus met uitzondering van uw fractie was de rest van de commissie het met het idee van het college eens om dat probleem integraal aan te pakken en het ontgaat ons als college dat het te maken zou hebben met het gebrek aan moed. Ik denk dat het aangeeft dat wij proble men gedegen aan willen pakken en niet op allerlei verschijnse len ad hoc-erig willen reageren. Dat u ons wijst op een redu cering de hoeveelheid huisvuil in gemeenten waar men werkt met huisvuilzakken in rekening te brengen, dat was ook overbodig, mijnheer Huijpen, ook wij volgen de literatuur voldoende om deze voorbeelden te kennen en in het kader van het afvalstof-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 317