63 gebonden wilde voelen aan het gebouw voor toekomstig gebruik. Dat men wel een zinvol hergebruik voorstond, dat men daar op zich zeer mee ingenomen was om daarmee de Oudenbossche gemeen schap blijvend te kunnen herinneren aan de functie die het tot op dit moment nog steeds heeft. De woningen, ik heb al gezegd naar het CDA toe dat we daar naar gaan kijken. Ik constateer overigens, voorzitter, dat onze vraag om alternatieven aan te dragen voor ontwikkelingen in het centrum door de WD-fractie op zich niet meegenomen is. Ik heb er begrip voor dat men zo'n alternatief niet in 14 dagen tijd ontwikkelt, maar ik houd me toch warm aanbevolen om daar pakweg in het eerste halfjaar van 1991 kennis van te mogen nemen. De heer HUIJPEN: Voorzitter, uw conclusie is juist in die zin, hij is dus onvolledig. Het feit dat wij dus bepleiten om hier ter plekke dus enige aanpassing te verrichten met betrekking tot het gemeentehuis dat geeft dus aan dat we dus niet voor sloop zijn. Uit het feit dat we dus bij uw college bepleiten om alternatieven te onderzoeken moge duidelijk zijn dat dat ook verder gevolgen heeft. Het feit dat we er niet voor zijn om de pastorie te slopen dat geeft voldoende aan, dacht ik, hoe wij dus denken over de ontwikkelingen in het centrum. Ik begrijp dat er in het verleden dus alternatieven geweest zijn met betrekking tot de sloop van het gemeentehuis, in die zin dat er een gedachte geweest is om een bepaalde vleugel van dit gemeentehuis te laten staan, de noordelijke vleugel dacht ik als ik het me goed herinner. Ja, als u het dan heeft over het creëren van ruimte in het centrum dan stel ik op dat moment vast dat wanneer die alternatieven aangedragen worden dat dat afbreuk doet aan de gedachte zoals in ieder geval het college die voorstaat. De heer DEN BRABER: Ja, zo hebben we allemaal onze keuzes, mijnheer Huijpen, en ik ben nog steeds benieuwd naar, ja, u noemt nu een aantal zaken waar u niet voor bent maar ik ben nog steeds benieuwd naar zaken waar u nu wel voorstander van bent. De heer HUIJPEN: Die heb ik net aangegeven, overduidelijk. De heer DEN BRABER: Voor de hele kom? De heer HUIJPEN: Nee, voor de plannen Al en A2. En ik heb daarbij gezegd van nou, ik denk dat het goed is om een struc tuurplan voor de kom te ontwikkelen en u zegt nou, dat komt er aan. De heer DEN BRABER: Nou, dan zijn we het misschien wel met elkaar eens, maar ik denk het niet echt. Ja, ik vind ook dat er wat onvoldoende antwoord komt op onze vraag waarom de VVD nou vindt dat de St. Anna-variant nou met de dag duurder zou worden. Ik proef daar een beetje uit dat men twijfelt aan de becijferingen die er van ambtelijke zijde onder gelegd zijn, aan de uitkomsten daarvan. Die twijfels hebben wij niet, wij hebben wat meer vertrouwen in onze medewerkers.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 315