61
ging waar alleen maar tegenover staat een geringe uitbreiding
van ons onderhoudsprogramma, omdat we 900 strekkende meter
eigen weg erbij krijgen. Verkeer op de doorgaande route, daar
heb ik al eerder naar andere fracties toe geantwoord dat we
daar in de commissie VIM op terug gaan komen en ook op de druk
die we uit willen gaan oefenen op de Nederlandse Spoorwegen om
de verbetering van de overwegen in een werkplanning wat voort
varender op te nemen. Het voorstel van de fractie van de
Partij van de Arbeid om af te zien van tariefsverhogingen van
de centrale antenne-inrichting, daar verzet het college zich
niet tegen voor zover het betreft 1991 sec. Wij vinden het
gevaarlijk om die afspraak te maken in deze ruime zin als de
fractie van de Partij van de Arbeid hem bedoelt voor de jaren
1992 en daarop volgend, omdat je op een gegeven moment toch
een schokeffect krijgt dat je van een stabilisering van de
tarieven in 1990 plotseling naar een veel hoger tarief moet.
Ik wil er wel op wijzen dat het voorstel van de Partij van de
Arbeid ertoe zal leiden dat de begroting van de centrale
antenne voor 1991 een nadelig saldo zal gaan vertonen van
15.225,--, maar op zich is het denkbaar om dat ten laste van
de exploitatiereserve te brengen. Dan vraagt de Partij van de
Arbeid waar in de VVD-variant het rentegebruik van het priori
teitenfonds stadsvernieuwing vandaan komt. Ik weet niet of ik
de eerstaangewezene ben om dat toe te lichten. Ik wil de heer
Huijpen graag de gelegenheid geven om dat te doen, maar ik heb
begrepen Ga uw gang
De heer HUIJPEN: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Ik wil
dat graag doen. Ik heb in de eerste termijn van de algemene
beschouwingen heb ik betoogd namens mijn fractie dat voor dat
deel van het prioriteitenfonds stads- en dorpsvernieuwing wat
dus de gemeente voedt, dat de gemeente daarover kan beschikken
en kan aanwenden voor diverse beleidsterreinen. Dat geldt ook
voor de rentecomponent en die heb ik dus in mijn alternatief
dekkingsplan heb ik die dus ook gebruikt.
De heer DEN BRABER: Dan kom ik meteen zelf ook bij de tweede
termijn van de algemene beschouwingen van de fractie van de
VVD. Uit de inleiding, voorzitter, pik ik op dat het mij wat
teleurstelt dat de fractie van de VVD zo reageert in zijn
algemeenheid op onze antwoorden. Wij hebben naar beste eer en
geweten in samenwerking met onze beleidsmedewerkers getracht
alle fracties recht te doen en wij hebben er zeker niet naar
gestreefd om de coalitiepartijen daarbij te bevoordelen. Ik
ben het niet eens met de heer Huij pen waar hij zegt dat het
college te lang gewacht heeft met de discussie over de ontwik
keling van de bedrijfsterreinen op middellange en lange ter
mijn. Wij hebben dat probleem al onderkend op het moment dat
wij Mark III in ontwikkeling namen, dat die zaak er aan zat te
komen. Maar we moeten beperkt als wij zijn in ambtelijke
capaciteit en dan bedoel ik niet qua niveau maar gewoon qua
omvang, moeten wij prioriteiten stellen en de ontwikkeling van
dat middellange en lange termijnbeleid heeft niet die priori
teit dat we op dit moment nu daar al een afgerond plaatje voor
hebben, maar in ons antwoord hebben wij al toegezegd dat wij
in april in de commissie ABZ daar graag op terug willen komen