-19- De VOORZITTER: Ja, ik stel vast dat we daar op dit moment in ieder geval niet nader tot elkaar komen. Ik zou me twee dingen kunnen voorstellen: óf we brengen de nota in stemming, óf wij komen in de eerstvolgende commissie welzijn, onderwijs en sport nog eens op terug om met name op dat punt naar elkaar toe wat meer duidelijkheid te geven, want ik zou het toch jammer vinden dat een beleidskader waar we toch de komende jaren mee verder moeten niet breed wordt gedragen, want ik heb het gevoel dat we langs elkaar heen praten en het over volstrekt andere zaken hebben. De heer VAN DEN BOSCH: Voorzitter, uw voorstel om het na. de commissie nog een keer ter verdere explicatie te halen dat heeft onze instemming. De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter, dat betekent dat u het terug moet nemen en dat is herkauwen van deze hap. Ik denk dat daar de afgelopen maanden heel veel tijd in is gaan zitten, dat dit niet anders is dan iets wat we al jaren praktiseren, dat er geen redenen zijn voor mij, mijn fractie, om daar op dit moment anders over te denken dan wij al jaren doen. Ik vind het ook geen bijzon derheid in het geheel en ja, ik zou me dan kunnen voorstellen als de fracties van de CDA en de VVD zich niet ermee kunnen vere nigen, dat zij tegen deze nota stemmen met alleen de aantekening dat het alleen om dit punt gaat. Ja, dat weten we dan toch. Ik bedoel die duidelijkheid hebben we dan en wellicht dat men zich daar over beraadt en misschien in de volgende commissie er nog een duit in het zakje gedaan kan wordenoom tot een ander idee te komen, maar ik zou er toch prijs op stellen om het voor stel maar in stemming te brengen dan zoals u dat dan voorstelt. Mevrouw KORPEL-SCHIPPERJa, mijnheer de voorzitter, ook wij zijn er tegen om dit nog een keer in de WOS-commissie te brengen. Waarom? Ik denk dat de heer Van den Bosch vergeet dat als het welzijnsprogramma 1991 uitkomt en hij het er niet mee eens is dat de kaartclub van de bejaarden dus bij recreatie wordt onder gebracht dat die dan altijd nog de gelegenheid heeft om daarover te vallen in de commissie en dan moet je niet de commissie van te voren gaan zitten doen. Er worden hier constant commissiever gaderingen overgedaan. Ik denk dat hij dat vergeet. Dank u wel. De VOORZITTER: Ik stel vast dat de raad in meerderheid toch vasthoudt aan het in stemming brengen van het voorstel. Dan stel ik voor om het voorstel in stemming te brengen, maar dan moet ik zeggen betreur ik toch dat De heer VAN DEN BOSCH: Voorzitter, u heeft het over een meer derheid, maar welke meerderheid is dat? De VOORZITTER: Nou, het is nadrukkelijk aan welke kant het col lege zit. Het college heeft op zich geen enkele moeite met het voorstel anders had ze het niet gedaan. Dus als de meerderheid van de raad zegt we willen nu graag besluiten over het voorstel dan heb ik daar persoonlijk geen enkel probleem mee. De heer VAN DEN BOSCH: Ja,maar als ik zo tel dan zie ik 6 en weer 6. De VOORZITTER: Ja,maar ik mag ook meestemmen. U wilt mij alles onthouden.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 30