51 naar het adviesbureau toe dat de medewerker die in overleg met de dienst gemeentewerken en met mij tot het verkeersveilig- heidsplan gekomen is daar inmiddels niet meer in dienst is. De heer WIJNEN: De heer DEN BRABER: Daarmee spreek ik geen oordeel uit over het bureau. Ik constateer alleen dat betrokkene daar niet meer werkt De heer WIJNEN: Wij huren daar capaciteit in. Ik denk dat dat een probleem is waar wij heel gedegen naar moeten kijken. Wij huren capaciteit in en deskundigheid die zich uitstrekt over een veel groter veld en ik denk dat wij ons moeten verzekeren vooraf dat continuïteit in de advisering gewaarborgd is. Als wij dus een bedrag daarvoor betalen dan is het niet zo van ja, die medewerker is aan iets anders begonnen of die medewerker is er niet meer. Dat hebben we eerder ook meegemaakt dat wij een medewerker hadden die aan dit project werkte en elders ging werken en dat het daar ook al weer voorkomt, nou dan denk ik dat dit het negatief kwalificerend is voor dit bureau dat deze opdracht aanvaard heeft. De heer DEN BRABER: Ik denk, mijnheer Wijnen, dat het veel doelmatiger is om over deze en andere vragen die niet alleen bij u maar ook bij andere fracties leven rondom de verkeers veiligheid, doorgaande route enz. De heer WIJNEN: Het gaat niet om feitelijke keuzes die u maakt, het gaat om procedurele zaken. Hoe pakt u de zaken aan in Oudenbosch, hoe krijgt u de zaken op een rijtje en welke keuzemogelijkheden worden door de verschillende geledingen onder ogen gezien, becommentarieerd en uiteindelijk moet het dan in de commissie verder onderbouwd worden en met cijfers voorgelegd worden. Dat is eigenlijk het probleem en niet zozeer dat wij niet met elkaar praten, want dat doen we dik wijls genoeg, maar het gaat erom op wat voor basis. De heer DEN BRABER: Nou, bij de opstelling van een aantal plannen op een aantal beleidsterreinen die wij voor 1991 op de rol hebben staan moeten wij dat met zijn allen maar eens onderkennen en proberen te voorkomen dat wij in dezelfde situatie verzeild raken als we nou met het verkeersveilig- heidsplan toch in verzeild geraakt zijn, maar op zich denk ik dat een groot aantal van de voorstellen van het adviesbureau zeer goed uitvoerbaar zijn, dat er in de commissie nuttige aanvullingen zijn gemaakt die de moeite van het bestuderen waard zijn, alleen de praktijk op met name de doorgaande route is wat weerbarstiger dan wij met zijn allen zouden willen en daarmee is de oplossing wat moeilijker behapbaar, wat moeilij ker binnen handbereik te krijgen. Overschakelend naar de regenproblematiekWij hebben, dat weet u, eerder al contact gehad met nabuurgemeenten over de kort sluitingsroute A17-A58. Wij hebben zeer recentelijk ook met Roosendaal dat contact gehad. Daar is men nog niet erg ver. Men is bezig met een inventarisatie van de problematiek. Men

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 303