-18-
De heer VAN DEN BOSCH: Maar dat is laten we zeggen de gevolgen
van deze verdere discussie van meer body geven, ik denk dat er
toch een ongelukkig element in zit.
De VOORZITTER: Het is de volgorde waarvan, de woorden van de
heer Van Oosterhout onderschrijf ik, ik bedoelde eigenlijk het
zelfde daarstraks toen ik zei belangrijker, het woord belangrijker
gebruikend is eigenlijk al ongelukkig, belangrijker in die zin
dat de gemeente zich er meer verantwoordelijk voor voelt en er
daarnaast ook in financiële zin meer tegenover zet in het alge
meen, maar het is met name het CDA geweest in de hele discussie,
vooral toen wij begonnen en de heer Jongenelen zal zich dat her
inneren, dat zij, dat men totaal geen behoefte had aan heroriënta
tie in deze zin, want men vond het prima, maar zoals het er nu
uit ziet in het huidige welzijnsprogramma vindt u onze 1 in het
welzi jnsprogramma eigenlijk de zorg voor een groot deel terug
en in afnemende volgorde dezelfde gang van zaken als die u hier
in de heroriëntatie wat duidelijker aantreft, want de professio
nele instellingen zijn in het huidige welzijnsprogramma apart
gezet en die worden nu in de nieuwe opzet ondergebracht daar
waar ze eigenlijk ook qua functie thuishoren. U herinnert zich
bijvoorbeeld de bezwaarschriften van Emcee, omdat men vond dat
men in de verkeerde categorie was ingedeeld. Dus het is met name
het CDA geweest wat steeds gezegd heeft we vinden het eigenlijk
zo wel goed en het verbaast me dan nu dat u zegt van die volgorde
is niet acceptabel. Maar we kunnen denk ik, we hebben in twee
termijnen en misschien al meer erover gesproken dus ik denk dat
we tot afronding moeten komen. Wensen de fracties van CDA en
VVD aantekening tegen de nota heroriëntatie gestemd te hebben?
De heer VAN DEN BOSCH: Laten we het zo formuleren dat wij de
nota zelf laat ik zeggen op één punt bekritiseren, namelijk
dat expliciet in dit raadsvoorstel staat dat die formulering
1, 2, 3 die allerlei tekortsituatie oproept over de interpretatie,
dat die afnemende rangorde dat dat het enige is wat er uit moet
wat ons betreft, dus we zijn akkoord met de nota, alleen met
het expliciet vastleggen van die afnemende rangorde.
De VOORZITTER: Ja, ik denk dat dat niet wezenlijk kan omdat de
hele nota daarnaar toe geschreven is en ook ja, de hele discussie
daarover heeft duidelijk plaatsgevonden. Ik kan moeilijk zeggen
u bent het eens met de heroriëntatie die leidt tot een driede
ling en daar zijn we het vervolgens niet mee eens.
De heer VAN DEN BOSCH: Voorzitter, die driedeling is op zich
geen punt, maar wij willen gewoon politiek de bewegingsruimte
hebben om één persoon in een tekort-situatie af te wegen tegen
1000 bejaarden die zitten te kaarten. Dat is een concreet voor
beeld. Als we met deze nota instemmen betekent het dat het ambte
lijk, laat ik zeggen met een weegschaaltje wordt afgewogen welke
instellingen of die in 1, 2 of 3 vallen en we zijn helemaal uit
gespeeld en wij vinden dat veel te ver gaan. Daarom zeggen we
de angel zit hem in de afnemende rangorde. Dat staat hier zelfs
tussen haakjes. Bestudering van de notulen heeft opgeleverd dat
dat tot in lengte van de discussie onduidelijk is geweest en
we werden dus ook verrast doordat ineens tussen haakjes, nota
bene het kernelement neer te zetten en daar zit hem de angel