34
anderen gehoord, daar had u een wat afwijkende opvatting.
De heer TERLOO: Mijnheer de voorzitter, gezien de mogelijke
toekomstige ontwikkelingen vinden wij het niet raadzaam nu
grootschalig onderhoud te plegen. Onze fractie wacht de resul
taten van het overleg met het stichtingsbestuur af.
De heer VAN HOEK: Ja, voorzitter, wij hebben in de commissie
reeds duidelijk onze wensen naar voren gebracht, dus wij zijn
akkoord met het feit dat het bezwaarschrift gegrond verklaard
wordt, maar wij vinden wel dat het bedrag van 15.000,--
beschikbaar gesteld dient te worden, maar dat is genoegzaam
bekend neem ik aan.
De VOORZITTER: Ja, dat is bekend. Ja, u brengt me tot een
praktisch probleem. Ik stel vast dat de raad in meerderheid
akkoord is met het voorstel zoals het hier voorligt, of niet?
De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter, wij hebben geen commentaar
hierop, dus u hoeft dat nu niet te betrekken bij alle andere
aspecten die aan de orde zijn bij uw antwoord straks. Het gaat
erom dat wij straks, de raad, een reactie krijgen van u.
De VOORZITTER: Ja, prima.
4.2.c. Voorstel tot het beschikbaarstellen van een subsidie
aan de Stichting Volwasseneneducatie "De Lelie" ten
behoeve van de uitvoering van het projectplan Alfa
betisering.
4.2.d. Voorstel tot subsidiëring van de Lokale Omroep Ver
eniging Oudenbosch.
4.2.e. Voorstel tot het herzien van de ten behoeve van de
Katholieke Bond van Ouderen, afdeling De Zellebergen
gehanteerde subsidietechniek.
4.2.f. Voorstel tot het beschikbaarstellen van subsidie ten
behoeve van het Horizonproject Begeleid Zelfstandig
Wonen
De heer TERLOO: Ja, voorzitter, wij hebben bij dit voorstel
één vraag. Wat gebeurt er nou als de andere gemeenten niet
bijdragen in de kosten? Oudenbosch zal nu naar rato bijdragen,
maar wij vragen ons af of de stichting daarmee voldoende
opbrengt
De VOORZITTER: Het is heel nadrukkelijk zo dat Oudenbosch naar
rato van het aantal Oudenbossche inwoners wat gebruik maakt
van de diensten van de stichting zal bijdragen. Dat doen we op
meer plaatsen en het is aan de stiching om te zorgen voor het
feit dat anderen ook meedoen.
De heer HERMES: Mag ik daar nog een korte opmerking over
maken, mijnheer de voorzitter. U zegt naar rato van de Ouden-