9
hebben we de provincie ons probleem voorgelegd. Met het ver
zoek aan de provincie: "om Oudenbosch de gelegenheid te bieden
om op zo kort mogelijke termijn met goed onderbouwde en breed
gedragen plannen voor de stadsvernieuwing alsnog een beroep op
uw medewerking en ondersteuning te mogen doen"De heisa bij
de PvdA en ONS over deze brief is dus nergens voor nodig. Er
staat niets in wat niet waar is of al eerder is gezegd.
Mijnheer de voorzitter, een reactie van het college ten aan
zien van de bestuurlijke vernieuwing.
Nu keren we weer terug naar de reactie van het college op onze
bijdrage over de bestuurlijke vernieuwing. Wij vinden het een
goede zaak dat het college onze inbreng op dit onderwerp
ondersteunt. Graag zouden wij van uw kant een en ander wel
meer concreet in een tesamen op te stellen plan van aanpak
omgezet willen zien. Ook de discussie over de kerntaken hoort
daarbij, zoals u terecht ons standpunt in deze onderschrijft.
Overigens is, om iets concreets te noemen, ons reglement van
orde van de raad ook aan een actualisering toe.
Voldoet uw reactie aan de door het CDA bepleite bestuurlijke
vernieuwing, via het drieluik van vernieuwing van (1) de
bestuurlijke relaties, (2) het beleid en (3) de cultuur? Wat
opvalt is de positieve toonzetting van uw reactie, dat is
meegenomen, maar dat betekent bijvoorbeeld nog niet dat u al
onze vragen beantwoordt. Wat verder opvalt ten aanzien van het
beleid is, dat u over het financiële beleid gewoon de zaak
verkeerd voorstelt. Het CDA komt hierop terug, en dat u onze
expliciete vraag of u adequaat met de behoefte aan informatie
van de pers omgaat niet beantwoord heeft. En over het derde
luik, de bestuurlijke cultuur, hebben wij bij het onderwerp
personeel in relatie tot de extraatjes al besproken.
Mijnheer de voorzitter, dan komen we toe aan het derde onder
werp, sociale vernieuwing.
De door het CDA sterk bekritiseerde kennelijk lage prioriteit
die u in 1990 aan dit onderwerp heeft gegeven heeft u nauwe
lijks verantwoord. Uw reactie telt slechts 3 regels. Het
spoedig presenteren van een startnotitie, zoals u belooft, is
het minste. In antwoord op onze schriftelijke vragen meldde u
nog, ik citeer: "Wij zullen over dit onderwerp over niet al te
lange termijn en startnotitie opstellen". Als je dit soort
opmerkingen leest, lijkt het net of de herhuisvesting in St.
Anna of de Polderstraat hoger op de politieke agenda van het
college staan dan sociale vernieuwing. Is dat zo?
Ook mist het CDA een reactie van uw kant op onze inhoudelijke,
en op een visie gebaseerde inbreng met betrekking tot de
sociale vernieuwing. Het CDA staat daarbij niet voor het
openstellen van nieuwe loketten, het onderscheiden van nieuwe
doelgroepen en dergelijke. Het gaat met name om de herschik
king, om verantwoordelijkheden en herwaardering van voorzie
ningen, waarbij hernieuwde aandacht voor rechten en plichten
nodig is.
Mijnheer de voorzitter, we komen toe aan onderwerp nummer 4
dat handelt over de begroting, financieel beleid en de effec-