Het CDA kreeg toen aan het eind van de rit de rekening van de kiezers voor de volle honderd procent gepresen teerd. Terecht natuurlijk. Net als toen is er ook: nu van constrcutief meedenken geen sprake. Sterker nog: voorstellen worden voortdurend nega tief benaderd. Het rnoet anders, wordt er dan gezegd, zon der ook rnaar één keer met een realistisch alternatief te komen. "Wij willen niet op de stoel van het college gaan zitten" is dan het verweer. Ja, Mijnheer de Voorzitter, dat is inmiddels overduidelijk geworden. Toen het CDA, na het vertrek van de heer Hangelmans, het aanbod kreeg tij delijk deel te nemen aan het college, is dat aanbod reso luut van de hand gewezen, want (en ik citeer de fraktie- voorzitter van het CDA)"Het is op dit moment helemaal niet aantrekkelijk orn deel uit te maken van het college". Op dat moment durfde de fraktie van het CDA de verant- woordelijkheid dus gewoon niet aan. Jammer genoeg slepen zij in hun negatieve opstelling ook de VVD mee. Van de eigen visie, waar de liberalen altijd zo prat op waren, is de laatste tijd weinig overgebleven. Dat daarover ook in CDA-kringen meesmuilend wordt gedaan, zegt op zichzelf al genoeg. Na de weigering van het CDA is er verder gewerkt rnet een college van "twee". En dat is wonderbaar 1ijk goed gegaan. Misschien is het nog wel de grootste tegenvaller voor het CDA dat het werk van het afgeslankte college kwalitatief en kwantitatief van een uitstekend gehalte is. Mijnheer de Voorzitter, want, terugkerend tot het beleid en de stand van zaken overziend, kan de fraktie van de Partij van de Arbeid maar tot één conclusie komen: er is en wordt hard gewerkt orn Oudenbosch verder gestalte te geven. De herorientatie op het welzijnsbeleid, het ver keer sve i 1 i ghe idsp 1 an, het milieubeleidsplan, de stadsver nieuwing, het financieel weer gezond maken van het huis houdboekje, de reorganisatie van het ambtelijk apparaat, de automatisering. Het zijn allemaal zaken die niet al leen getuigen van de werklust van uw college, rnaar ook van het feit dat zaken weer onder controle zijn. Wij heb ben het beleidsakkoord van april j.l. nog eens naast de Nota van Aanbieding gelegd en moeten dan constateren dat het college er in geslaagd is een groot deel van de be leidsafspraken nu al uit te voeren of op de rails té zet ten. Een knappe prestatie, vinden wij. De complimenten en dank van de fraktie van de Partij van de Arbeid gaan daarvoor niet alleen uit naar het college, maar zeker ook naar het ambtelijk apparaat zonder wiens steun en inzet het voor u en voor ons als raad onmogelijk zou zijn de juiste koers voor Oudenbosch uit te zetten. Mijnheer de Voorzitter, alvorens af te sluiten wil ik nog kort even ingaan op het plotselinge vertrek uit ons mid den van 6ré Korpel. De problemen die wij binnen de afde- blz. 2

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 219