diskussie binnenkort eens organiseert op grond van een
ambtelijke nota.
Een ander voorbeeld is het gebruik van
exploitatiereserves uit de verschillende diensten, zoals
het welzijnsfonds en het egalisatie- fonds
gemeentewerken. Omdat we in het verleden overschotten op
de jaarrekening hebben geboekt is het mogelijk in
perioden van zwaar weer daarvan gebruik te maken.
Dat is legitiem, kan het aanpassingsproces aan de
veranderde omstandigheden geleidelijk mogelijk maken, en
moet van beperkte duur zijn. Met name het laatste punt
is in het te voeren financieeel beleid van wezenlijk
belang. Het kollege heeft via de meerjarenraming al van
haar beleid in deze gewag gemaakt. Wij kunnen ons daar
voor dit moment goed in vinden. Een nadere diskussie
over dit punt in kommissieverband bv. met betrekking tot
het aangeven van de grenzen die de raad wil stellen aan
het weerstandsvermogen zou overigens best nuttig kunnen
zijn.
Overigens is het financiële beleid helemaal niet zo
slecht als wordt beweerd nu bijvoorbeeld voor 1991
blijkt dat de uitgaven per inwoner met 27,87 dalen ten
opzichte van 1990 en de vaste schuld per inwoner
(exclusief de woningbouw) van 1990 op '91 afneemt van
1378,36 tot 1181,01. Dat laatste is toch wel heel wat
anders dan minister van financiën en premier Lubbers de
inwoners van Nederland al jarenlang bereiden in de vorm
van toenemende staatsschuld. Iets om over na te denken,
vooral als tegelijkertijd bedacht wordt hoe in het
recente verleden door het rijk is gekort op de uitkering
naar gemeenten.
Hoezeer wij het financieel beleid in de toekomst ook
zullen kunnen verbeteren, feit is dat we als raad
jarenlang op dit terrein nauwelijk iets hebben kunnen
uitrichten. Dat had niet mogen gebeuren en blijft een
feit waarvoor ook wij onze verantwoordelijkheid niet
verhelen. Overigens moet wel duidelijk zijn dat tot en
met 1988 de financiële positie van de gemeente
nauwelijks is aangetast, wellicht met een flinke dosis
geluk maar het is toch zo. Het is wel de periode waarin
tekorten ontstaan welke dus te laat duidelijk worden.
Voor de jaren daarna dus ook 1991 resulteert dit in een
fors tekort op de begroting. Zo goed als zeker zal ook
de rekening 1989 en straks ook '90 een tekort te zien
geven.
Op grond van het uitblijven van informatie is door de
raad in de vorige periode de ogb uiterst zuinig ingezet
om aan middelen te komen. Partijen wilden adekwate
financiële informatie voordat zij de bereidheid wilden
overwegen om de belastingen aan te passen. De WD hield
daar het meest uitgesproken aan vast. Het was zelfs zo
dat voor de invoering van de afvalstoffenheffing een
compensatie moest worden geïntroduceerd in de vorm van
een ogb-verlaging met ong. 100.000 gulden voordat
daarvoor een meerderheid te vinden was in de raad. Nu,
bij de begroting 1991, blijkt wel hoe nodig de invoering
van de afvalstoffenheffing is geweest en hoezeer het
17