afschrijvingen in één keer te doen. Het kollege maakt daarvoor gebruik van de reserve herwaardering erfpachtsgronden ad 600.000 gulden, hetgeen ook wel te billijken is gezien in het verleden binnen het grondbedrijf te weinig op het plan is afgeschreven. Wij hebben daar dan ook geen moeite mee. Dat hebben we wel met het voornemen van het kollege om het restant van de boekwaarde af te schrijven ten laste van de exploitatiereserve van het CAI-bedrijf. Alhoewel het kollege ons inziens gelijk heeft waar zij stelt dat deze reserve een vrij besteedbaar karakter heeft, gezien ook de omvang van de verdere voorzieningen in dit bedrijf, willen wij niet zonder meer tegen het advies van de CAI- commissie in het beroep op deze reserve doorzetten. Wij denken er ook niet over zoals het kollege dat in haar antwoord op vragen wel heeft gedaan, om als alternatief de ogb dan maar verder te verhogen. Mijn fraktie is van mening dat de benodigde 51000 gulden uit ombuiging van beleid moet voortkomen. Wellicht is het zelfs niet geheel terecht om de boekwaarde van het plan geheel af te schrijven. Een herziening, hoe fors dan ook, impliceert niet zonder meer dat het bestaande zonder waarde zou zijn. Wij zijn benieuwd uw reaktie hierop te vernemen. Het resultaat van het ombuigingsbeleid in de uitgavensfeer op grond van de VBA-analyse is tot nu toe zeer mager, zoals u zelf ook al met redenen omkleed aangeeft. Ook het effekt van het pas-op-de-plaatsbeleid is niet erg zichtbaar .Toch valt er niet aan te ontkomen om een fors deel van de financiële problematiek langs de weg van de uitgavenbeheersing cq. -vermindering op te lossen. Wij zien onvoldoende in hoeverre in deze begroting ombuigingen zijn gerealiseerd en voelen er geenszins voor om uitsluitend via algemene inkomstenverhoging middelen te vinden. Derhalve geen ander dan een evenwichtig tweesporenbeleid, te weten: een beheerst uitgavenbeleid naast een beheerst inkomstenbeleid. Vanuit deze gedachte verwachten wij van u in 1991 voorstellen ter verdere sanering van de financiële problemen. Het is zinloos met elkaar te gaan diskussieren over de omvang van het tekort op de begroting 1991 omdat posten wel of niet bij het tekort zouden moeten worden opgeteld. Het debat moet zich richten op het al dan niet wenselijk zijn van een aanpassing van het financiële beleid. Een voorbeeld is het niet bijschrijven van rente bip een aantal bestaande reserves en voorzieningen. Terwijl er momenteel nauwelijks prijsinflatie te noteren valt zou in het uiterste geval elk fonds zo'n 9 groter worden.Het verschil in aard tussen reserves en voorzieningen, hoe en of een fonds waardevast gehouden moet worden, zijn enkele elementen waarvan de raad zich een beeld moet vormen op grond waarvan genuanceerd tot een herziening van het financiële beleid kan worden gekonkludeerd. Daarom stel ik voor dat het kollege die 16

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 213