behouden dienen te blijven, volop de mogelijkheid
aanwezig moet zijn om daarover in kommissieverband van
gedachten te wisselen. Mede vanwege de financiële
problematiek waar de gemeente voor gesteld is, willen
wij voor dit projekt naar meer ekonomisch draagvlak
zoeken. Graag zouden wij uiteraard ook meer bestuurlijk
draagvlak willen krijgen voor dit plan. Dat lijkt onder
de gegeven omstandigheden bijna uitgesloten, hoezeer wij
dat ook betreuren. Overigens moet voor nu en altijd
duidelijk zijn dat wij geloof hechten aan deze plannen
en met overtuiging voor aankoop van ST.Anna hebben
gestemd. De boze en geirriteerde reaktie van CDA en WD
daarop en zeker ook de brief van het CDA aan GS, hebben
bij ons de idee gevestigd dat daar de opvatting heerst
dat wij niet serieus waren en het hier om een of ander
verfoeilijk machtsspelletje gaat jegens betrokken
partijen. Het is onnodig hier verder op in te gaan. Feit
is dat met name wij de andere opvatting met respekt en
tegenargumenten zijn tegemoetgetreden en al vanaf de
kommissiebespreking een aantal handreikingen hebben
gedaan richting CDA en WD, die wat ons betreft nog
steeds geldig zijn en waarop nauwelijks reaktie is
gekomen. Net zo goed als wij het met respekt moeten
accepteren om met de grootst mogelijke minderheid
'tegen' de verantwoordelijkheid te nemen voor een
dergelijk zwaar besluit, zo zullen CDA en WD met
datzelfde respekt moeten accepteren dat met de kleinst
mogelijke meerderheid 'voor' een plan wordt aangenomen
waarvan zij zeggen dat dat nu niet genomen moet worden.
Als het respekt voor eikaars standpunt en het serieus
nemen daarvan wegvalt, is iedere zakelijke afweging in
de raad onmogelijk en kunnen we ons afvragen in hoeverre
onze inwoners daarmee zijn gediend.
Hoe snel een scherpe daling in het kontingent sociale
woningbouw zich manifesteert in het aantal
woningzoekden, hangt zonder meer samen met de grootte
van de behoefte in een gemeente aan sociale
huurwoningen. Als in 1990 derhalve het aantal
woningzoekenden bij woningstichting St. Bernardus groeit
met plm. 33% is dat een vingerwijzing voor het
woningbouwbeleid in onze gemeente, zo denken wij. Om
daar geheel zeker en overtuigd van te kunnen zijn, menen
wij dat het een goede zaak is dat samen met de
woningstichting hiernaar onderzoek wordt gedaan. Wij
verwachten daarover spoedig positieve berichten van het
kollege
Een uiterst welkome aangelegenheid is het bijstellen van
de richtgetallen voor de woningbouw voor de komende
jaren. Daardoor zal wellicht al in 1994 in lob C van
Albano worden gebouwd. Nog niet zo heel lang geleden
dachten we dat dat met geen mogelijkheid voor 2000
verwacht zou kunnen worden, op grond waarvan onzerzijds
nog overwogen werd om dit gebied af te stoten. Gelukkig
is het zover niet gekomen, want ook hier blijkt hoezeer
er beweging en verandering is in onze gemeente. Wij
zullen ons voorstander tonen van een tijdige en
gefaseerde ontwikkeling van lob C in relatie tot de in
de volkshuisvestingsnota gebleken behoeft. Daarmee moet
14