gemeentebestuur. Inmiddels hebben wij ingestemd met de
verbreding en verdere beveiliging van de
spoorwegovergang aan de Molenstraat voor rekening van de
gemeente
De NS rekent het kennelijk niet tot haar
verantwoordelijkheid om ter verdere beveiliging van
andere verkeersdeelnemers dan NS-reizigersverdere
voorzieningen te treffen. Dat blijkt uit de bikkelharde
weigering om mee te betalen aan de gewenste verdere
beveiliging, hoezeer die ook door toegenomen
verkeersstromen, ook via de rail wel te verstaan, in de
loop der tijd noodzakelijk zijn geworden. De voorrang
die de NS in het verkeer altijd al neemt op anderen
leidt er ook nog eens toe dat anderen de rekening van
hun eigen beveiliging tegen de voorrangnemer moeten
betalen. Wij vinden dat dit vreselijk te ver gaat en
menen dat voor het treffen van de voorziening aan de
spoorwegovergang aan de Bosschendijk de NS evenzeer moet
bijdragen in de kosten als de gemeente dat doet. Zo niet
dan is het de verantwoordelijkheid van de NS zo er
onvoldoende beveiligingsmaatregelen zijn getroffen. Als
gemeentebestuur hebben wij eerder overduidelijk
aangegeven welke maatregelen hoogst noodzakelijk worden
geacht. Het woord en de daad zijn nu aan de NS.
Mede vanwege het op te stellen beheerplan wegen en de
uitkomsten daarvan zal het afhangen welke middelen wij
in de toekomst zullen moeten inzetten voor onderhoud.
Het is voor ONS niet zonder meer vanzelfsprekend om voor
1991 te spreken van een besparing van 100.000 gulden en
het niveau van het budget "onderhoud verhardingen" voor
de toekomst nu al vast te prikken op 400.000. Wij
stellen voor de diskussie daarover in de loop van 1991
te voeren aan de hand van het op te stellen plan en de
cijfers. Daarbij is het van belang aandacht te besteden
aan de voortschrijdende uitbreiding en de kosten per m2
onderhoud klinkerwegen alsook de onderhoudsfreguentie
EKONOMISCHE ZAKEN
Bij de ontwikkeling van de bedrijvigheid in onze
gemeente heeft het kollege geen syllabe gewijd aan de
ontwikkeling van het toerisme en de initiatieven die op
dit gebied laatstelijk, ook door haar zelf, zijn
ontwikkeld. Wij zien op dit gebied belangrijke
mogelijkheden voor onze gemeente. Het is dan ook van het
grootste belang dat in de komende periode een PR-beleid
wordt ontwikkeld speciaal gericht op de gezamelijke
toeristische attrakties in onderlinge relatie binnen
onze gemeente. Het lijkt ons een goede suggestie om
daarvoor aansluiting te zoeken bij initiatieven van het
Streekgewest in het ontwikkelen van het dagtoerisme in
West-Brabant
De verkoop van industriegrond is door de ekonomische
opleving van de afgelopen jaren bijzonder goed geweest.
We hebben voor enkele miljoenen guldens grond verkocht.
We zien ons dan ook nu gesteld voor de vraag hoe en
wanneer we ons laatst overgebleven industriegebied
8