De huisvesting van het gemeentelijk apparaat is
kwalitatief en kwantitatief onvoldoende. Het daarover
door ODRP uitgebrachte rapport in juni 1988, heeft al in
de vorige raadsperiode geleid tot de enig juiste
konklusie dat terzake de nodige voorzieningen getroffen
moeten worden. Zoals eerder is gesteld, is de zorg om
kwaliteit van de dienstverlening niet los te zien van de
kwaliteit van de daarvoor ingezette middelen, waartoe
ook de huisvesting behoort. In het huidige
beleidsprogramma wordt de oplossing van de overigens op
zichzelf staande huisvestingsproblematiek in relatie
gebracht met de stadsvernieuwingsplannen in de kom. In
dat verband heeft deze gemeenteraad onlangs besloten tot
aankoop van st. Anna. ONS is er nog steeds een groot
voorstander van om daar de nieuwe huisvesting van het
gemeentelijke diensten te realiseren. Nadere uitwerking
van plannen en de financiële paragraaf verwachten wij
van het kollege in het vroege voorjaar van 1991, opdat
daarna definitieve advisering en besluitvorming kan
plaatshebben. Wij onderstrepen nog eens dat wij de
oplossing van de huisvestingsproblematiek zien als een
probleem op zich, waar deze raad op een goede manier aan
uit moet komen.
OPENBARE ORDE VEILIGHEID
Op het gebied van openbare orde en veiligheid ligt een
van de primaire taken, ook van de plaatselijke overheid.
De burger heeft terecht verwachtingen van het
overheidsbeleid in deze. Willen we verbetering brengen
in de relatie burger - overheid dan liggen hier naar ons
gevoel goede kansen. Het door het kollege voorgenomen
bestuurlijk preventiebeleid op het gebied van
criminaliteit, waaronder vandalisme, juichen wij toe.
Wij gaan er daarbij van uit dat naast een
doelgroepenbeleid ook een algemeen beleid wordt
voorbereid. Daarbij valt te denken aan voorlichting over
gewenst gedrag op milieugebied tot en met het
vervuilingsprobleem van openbare weg en plantsoen.
Daarbij kan aan de orde komen datgene wat de burger van
de gemeente mag verwachten én datgene dat wij verwachten
van de burger.
Het gevoel van veiligheid bij het gebruik van de
openbare weg bij donker kan worden verhoogd daar waar de
openbare verlichting aanpassing zou behoeven. Wij
stellen voor te inventariseren bij onze burgers waar dit
nog verbetering behoeft. Het nemen van het voortouw door
een uitnodiging voor het melden van lacunes in de
openbare verlichting levert uiteindelijk meer op dan op
dan een lijstje met noodzakelijke aanpassingen. Immers
naast de verkregen informatie over de ervaring onder
burgers met de openbare verlichting,tonen we als
overheid eens ander gezicht nl. als initiatiefnemer. Met
een dergelijke benadering snijdt het mes aan twee
kanten.