-7-
brief aanhaalt, is het natuurlijk wel zo dat als een paal boven
water staat dat in 1986 door de hele raad unaniem is onderschre
ven dat de Stichting Mensen zonder Werk een ruimte zou krijgen.
Dat is eerder al gebeurd, maar dat is tijdens de verkiezingsmaan
den wan '86 in ieder geval heel nadrukkelijk gedaan. Het
is zo dat het bestuur van de Stichting kort daarna ook, zoals
ook beloofd was, onderdak is verleend in Fidei et Arti. Het blijkt
echter dat, nu de brief lezende, dat sinds eind '88 er tochh
wat onvrede is over de wijze waarop de huisvestingsproblematiek
voor de stichting is opgelost. De stichting haalt een aantal
argumenten aan waarom zij vindt dat dislokatie zoals nu bestaat
dat die niet wenselijk is. Die wijst op het kostenaspect van
de dislokatie, de verwarring die bij mensen ontstaat wanneer
je - met dislokatie bedoelen we dan dat het kantoor in de Juliana-
laan gevestigd is in het gemeenschapshuis en dat de activiteiten
in Fidei et Arti plaatsvinden -. Ik kan me daar inderdaad iets
bij voorstellen. Nogmaals ik deel niet al die argumenten zoals
ze hier liggen, maar ik vind wel dat de gemeenteraad iets gelegen
moet laten liggen aan het feit dat die belofte is gedaan. Dus
dat we ook nu, nu er problemen zijn met de huisvesting, dat we
daar ook aandacht aan schenken. Mij lijkt - dat het college
er verstandig aan doet om niet alleen de brief te versturen,
ik zou zelfs zeggen niet die brief te versturen, niet omdat ik
het helemaal oneens ben met de inhoud ervan danwel dat ik denk
dat als je deze brief als reactie schrijft op de brief van de
stichting dat die zonder toelichting toch wat koud zou kunnen
overkomen. Ik vind dat er van de zijde van het college een toe
lichting bijhoort om aan te geven op welke wijze, op welke termijn
we denken aan een oplossing en op welke wijze ook het bestuur
van de stichting denkt een oplossing te kunnen vinden. Met andere
woorden dat er een stukje onderhandelingsmogelijkheid kan ontstaan
tussen de stichting en het college. Beter gezegd dat het gesprek
geopend wordt en ja, wat het punt betreft wat ook in de brief
wordt aangehaald het over en weer verwijzen van de stichting
of van het gemeentebestuur naar de stichting en van de Stichting
gemeenschapshuis naar het gemeentebestuur ja, dat lijkt mij niet
erg produktiefHet is wel zo dat we als gemeentebestuur natuurlijk
niet in de gelegenheid zijn om zelf gebouwen te verhuren dus
we zijn afhankelijk van de stichtingen in onze gemeenschap en
dat is niet alleen de Stichting Gemeenschapshuis, maar dat is
ook Fidei et Arti die zich daarmee bezig houden. Het lijkt me
dus verstandig dat er daar waar er ruimte is of misschien ook
niet is, maar dat het in ieder geval onderzocht wordt of er ruimte
is, dat er met die beide stichtingenoeen gesprek plaatsvindt
om aan dit probleem tegemoet te komen en het simpelweg verwijzen
over en weer ja, dat is een weinig produktieve zaak zoals ik
al zei. Ik denk dat de woorden van de heer Van Hoek zojuist met
betrekking tot het betrekken van eventuele plannen van het college
naar het gemeenschapshuis toe dat die nu betrokken worden bij
deze brief en dat dat op zich niet juist is om dat op dit moment
te doen. De situatie staat hier gewoon geheel los van. Ik denk
dat ik het hier op dit moment bij moet laten.
Mevrouw KORPEL-SCHIPPERJa, mijnheer de voorzitter, over het
zelfde punt heel kort. Ook mijn fractie vindt dat het prettiger
was geweest als het college dus in gesprek was geraakt met de
Stichting Mensen zonder Werk gezien de lange achtergrond van