14 gen, investeringen van enige omvang aangeeft, zodat er in het investeringsprogramma eventueel rekening mee gehouden zou kunnen worden. Met betrekking tot de diamanten entree van de heer Huijpen moet ik stellen dat die van glas wordt en niet uit edelsteen zal bestaan en niet meer is dan eigenlijk een normale aanpassing, als u alleen al in het kader van energie of het zuinig omspringen met energie bekijkt hoe daar een deur waar een centimeter tussen zit, leidt tot enorm verlies van warmte alleen al en afgezien, ik heb het in de commissie allemaal al betoogd. Ik hoef het niet te herhalen. Ik neem kennis van het feit dat de VVD tegen dit voorstel is. Of wilt u De heer HUIJPEN: Dat klopt niet. Ik heb in eerste termijn en ik maak maar gebruik van de tweede termijn met uw goedvinden, heb ik dus proberen aan te geven hoe dat we er dus over den ken. Ik denk dat we niet steeds iedere keer weer dus kredieten moeten voteren om aanpassingen te verrichten. Het zou goed zijn dat de stichting een deugdelijk investeringsprogramma op zou stellen en daarmee dus de gemeente zou confronteren en afhankelijk daarvan zouden wij dus op een juiste wijze beslis singen kunnen nemen dan behalve ad hoe geconfronteerd te worden met vragen om aanpassing van, want ik denk dat het hek van de dam is want er is iedere keer natuurlijk wel wat met zo'n huis. Dus, ja, schoorvoetend akkoord, maar dat betekent eigenlijk toch akkoord. De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter, heel in het algemeen toch nog even iets naar aanleiding van dit voorstel en de discussie die zich een beetje ontwikkeld. Ik wil toch in zijn algemeen heid benaderen dat wij de stichting gemeenschapshuis als een afzonderlijke en zelfstandige private stichting in het leven hebben geroepen en daar waar in het verleden, de heer Huijpen heeft er al op gewezen, flinke investeringen zijn verricht van de zijde van de gemeenten, denk ik, kijk dit voorstel komt er nog een keer bij en ik kan me dat voorstellen in een beginsi tuatie, maar de raad denk ik mag verwachten dat er bij het doen van investeringsuitgaven en de lasten naar aanleiding daarvan ook met betrekking tot de gehele exploitatie maatrege len genomen worden waardoor er laten we zeggen een reductie van het tekort mogelijk is danwel dat nieuwe uitgaven zoals deze bijvoorbeeld en wellicht dan nog anderen dat die dan meteen worden voorzien van mogelijkheden tot dekking, of mogelijkheden tot in het algemeen het intensiveren van de exploitatie. Ik deel de opvatting dat wij niet steeds zonder meer ja kunnen zeggen op allerlei voorstellen die hier in dit verband tot ons komen. De VOORZITTER: Ik denk dat u beiden in tweede termijn onder streept datgene wat de heer Van Hoek in eerste termijn aan stipte en waarvan ik gesteld heb dat ik die zorg aan het bestuur zal overbrengen. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangeno men.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 182