14
gen, investeringen van enige omvang aangeeft, zodat er in het
investeringsprogramma eventueel rekening mee gehouden zou
kunnen worden. Met betrekking tot de diamanten entree van de
heer Huijpen moet ik stellen dat die van glas wordt en niet
uit edelsteen zal bestaan en niet meer is dan eigenlijk een
normale aanpassing, als u alleen al in het kader van energie
of het zuinig omspringen met energie bekijkt hoe daar een deur
waar een centimeter tussen zit, leidt tot enorm verlies van
warmte alleen al en afgezien, ik heb het in de commissie
allemaal al betoogd. Ik hoef het niet te herhalen. Ik neem
kennis van het feit dat de VVD tegen dit voorstel is. Of wilt
u
De heer HUIJPEN: Dat klopt niet. Ik heb in eerste termijn en
ik maak maar gebruik van de tweede termijn met uw goedvinden,
heb ik dus proberen aan te geven hoe dat we er dus over den
ken. Ik denk dat we niet steeds iedere keer weer dus kredieten
moeten voteren om aanpassingen te verrichten. Het zou goed
zijn dat de stichting een deugdelijk investeringsprogramma op
zou stellen en daarmee dus de gemeente zou confronteren en
afhankelijk daarvan zouden wij dus op een juiste wijze beslis
singen kunnen nemen dan behalve ad hoe geconfronteerd te
worden met vragen om aanpassing van, want ik denk dat het hek
van de dam is want er is iedere keer natuurlijk wel wat met
zo'n huis. Dus, ja, schoorvoetend akkoord, maar dat betekent
eigenlijk toch akkoord.
De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter, heel in het algemeen toch
nog even iets naar aanleiding van dit voorstel en de discussie
die zich een beetje ontwikkeld. Ik wil toch in zijn algemeen
heid benaderen dat wij de stichting gemeenschapshuis als een
afzonderlijke en zelfstandige private stichting in het leven
hebben geroepen en daar waar in het verleden, de heer Huijpen
heeft er al op gewezen, flinke investeringen zijn verricht van
de zijde van de gemeenten, denk ik, kijk dit voorstel komt er
nog een keer bij en ik kan me dat voorstellen in een beginsi
tuatie, maar de raad denk ik mag verwachten dat er bij het
doen van investeringsuitgaven en de lasten naar aanleiding
daarvan ook met betrekking tot de gehele exploitatie maatrege
len genomen worden waardoor er laten we zeggen een reductie
van het tekort mogelijk is danwel dat nieuwe uitgaven zoals
deze bijvoorbeeld en wellicht dan nog anderen dat die dan
meteen worden voorzien van mogelijkheden tot dekking, of
mogelijkheden tot in het algemeen het intensiveren van de
exploitatie. Ik deel de opvatting dat wij niet steeds zonder
meer ja kunnen zeggen op allerlei voorstellen die hier in dit
verband tot ons komen.
De VOORZITTER: Ik denk dat u beiden in tweede termijn onder
streept datgene wat de heer Van Hoek in eerste termijn aan
stipte en waarvan ik gesteld heb dat ik die zorg aan het
bestuur zal overbrengen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangeno
men.