-6- De VOORZITTER: Maar, nogmaals, de wethouder bevestigt het nog een keer, het is niet zo gebruikelijk omdat het een brief aan B W is. Wij hebben alleen nodig geoordeeld om het bij de ingeko men stukken te doen, omdat het over de goedkeuring van de begro ting gaat en uiteindelijk is de raad degene die de begroting aanvaardt hier. De heer VAN DEN BOSCH: De heer Van Oosterhout suggereert natuur lijk toch dat wij hadden moeten afwachten of hij hier geagendeerd was, maar hij had natuurlijk wel bij de commissie ABZ-stukken kunnen zitten. Dat is het enige punt, maar nu alle raadsleden er kennis van nemen is het denk ik nog beter. De heer VAN OOSTERHOUT: Die opvatting deel ik helemaal, maar ik stel alleen maar vast dat zo'n brief nu, en ik vind ook dat hij bij de raad thuishoort, dat die dus nu bij de eerste gelegen heid die zich aandient op de lijst staat voor het college in ieder geval een correcte zaak is. Het college valt in dit geval dus helemaal niets te verwijten. Er wordt gewoon uitwerking gege ven aan de normale gang van zaken. De heer VAN HOEK: Voorzitter, onder punt 25 ligt een schrijven ter inzage van het bestuur van de Stichting Mensen zonder Werk en dat is van mei 1990 en dat gaat over de huisvesting. De Stich ting Mensen zonder Werk vraagt aan het college om te vernemen bij wie zij nu terecht moeten om een permanente ruimte te krijgen. Het blijkt dat in december 1988 in de Stichting Mensen zonder Werk verwezen is naar de Stichting Gemeenschapshuis voor het verkrij gen van een eigen ruimte. De Stichting Gemeenschapshuis heeft hun toen destijds weer terugverwezen naar de gemeenteraad. Nu gaat de Stichting Mensen zonder Werk weer een beroep doen op de gemeenteraad en althans om aan B W een brief te schrijven en te zeggen van nou, bij wie moeten we nou eigenlijk terecht. Ik neem aan dat de Stichting Mensen zonder Werk ook vernomen heeft de plannen die binnen het college leven ten aanzien van het gemeenschapstehuis. We hebben daar in het schrijven over van kennis kunnen nemen wat B W gestuurd heeft aan de Stichting Gemeenschapstehuis om toch een behoorlijk deel van het gebouw van het gemeenschapshuis te amoveren. Ik denk dat het erop be gint te lijken dat het straks niet meer is Stichting Mensen zonder Werk, maar Stichting Mensen zonder Gebouw en ja, wij vragen ons toch af moet het college dan een dergelijke brief schrijven waarin staat wij hebben alle begrip voor uw situatie, maar ik denk ja, als dan het college een dergelijke brief gaat schrijven ja, waar blijf je dan. Ik denk als het college alleen maar bezig is om voor zichzelf een goed onderkomen te vinden en voor zijn ambtena ren in St. Anna, maar een instelling als de Stichting Mensen zonder Werk die toch wel vele jaren actief is binnen de gemeen schap en toch voor een hoop mensen goed werk verricht om die dan zo op een zijspoor te zetten dan denk ik ja, waar zijn w-e dan mee bezig hier in Oudenbosch en dan kan de CDA-fractie zich toch niet verenigen met de inhoud van dit schrijven wat nu uitgaat aan die stichting, voorzitter. De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter, ik heb over hetzelfde stuk ook een enkele opmerking, want alhoewel wij zeker niet alle argu menten delen zoals de Stichting Mensen zonder Werk die in haar

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 17