-4-
De heer DEN BRABER: Heeft u enig idee wat nr. 42 kan zijn?
De heer VAN HOEK: Nee, voorzitter, want er stond niks bij vermeld,
dus ik neem aan dat het toevalligerwijze overgeslagen is, maar
ik kon het niet nagaan. Ik denk ik ga dat eens navragen bij de
mensen die het kunnen weten.
De heer DEN BRABER: We zullen het eens uitzoeken en als het ver
rassend nieuws oplevert dan informeren wij u direct.
De heer WIJNEN: De besluitenlijst van de commissie VIM, daar
heeft de heer Van Hoek al even op gewezen. Dat is een heel kort
bestek. Wij betreuren het dat op deze manier de weergave van
de vergadering heeft plaatsgevonden, van de beraadslagingen en
wel in die zin dat nu wel heel kortheidshalve de zaken zijn ver
meld, onder andere met betrekking tot artikel 8 van de wielerbaan.
Dat is eigenlijk wel het meest essentiële, want op dat punt spitst
de zaak zich toe en nu lijkt het erop alsof we drie maanden verder
zijn en dat we nou niet meer weten wat er in de voorafgaande
vergaderingen is overeengekomen, of althans naar voren is gebracht.
Vooral artikel 8 dat leverde bij diverse commissieleden nogal
wat problemen op en door onder andere van de kant van het CDA
is daar gewezen op het onaanvaardbaar zijn van een aantal passages
in dat betreffende stuk. Ik vind het jammer dat de secretaris
niet de gelegenheid heeft gehad om daar verder ook bij de leden
naar te vragen in de commissie, omdat daarmede een betere oor
deelsvorming ook ten behoeve van de verdere voorbereiding van
dit punt, mogelijk zou zijn geweest. Nu blijven de zaken in het
vage.Ik vind het heel jammer dat nu eigenlijk, ja wordt er ge
makshalve gesteld unaniem is de commissie van mening, de ver
scheidenheid van opvattingen komt er niet in tot uiting. Er wordt
ook gezegd van nou de nieuwe bestemmingsplanregeling die mag
geen verzwaring van de lasten voor de omwonenden betekenen, waar
bij het niveau is dat de wielerbaanwedstrijden het punt zullen
zijn, maar daar is natuurlijk veel meer aan de orde geweest
De VOORZITTER: Mijnheer Wijnen, zou ik een praktisch voorstel
mogen doen, want ik neem aan dat die notulen ook in de commissie
VIM aan de orde zullen komen of zijn geweest.
De heer WIJNEN: Ja, die komen nog, maar die zijn er niet. Dat
is net het punt. Dus dan lijkt het dat met deze kennisneming
ingestemd wordt
De VOORZITTER: Nee, wat hier staat is dat voorgelegd wordt de
besluitenlijst en niet de notulen en ik denk dat het goed is
dat als u het niet eens bent met de notulen dat u dat ter sprake
brengt maandag aanstaande in de commissie VIM.
De heer WIJNEN: Helaas ben ik er dan zelf niet bij, maar mogelij
kerwijs zullen we dan toch
De VOORZITTER: Ik denk dat dat het meest praktische is.
De heer WIJNEN: Jawel, maar het feit doet zich voor dat we verga
deren over een heel belangrijk punt, 18 juni, en dat dan de hele
zaak de mist in gaat. Dat is eigenlijk het probleem.
De VOORZITTER: Nou, een korte reactie van de wethouder, want
eigenlijk valt het buiten de orde van deze vergadering om de
notulen van de commissie VIM als notulen te bespreken.