-62- Oudenbossche projekt in behandeling te nemen daar en dan zegt u van ja ik zou het wel weten als ik bij de provincie zat hoe ik met de plannen in Oudenbosch zou omgaan. Ik heb ook wel een indruk hoe u daarmee om zult gaan, ik denk dat Oudenbosch goed weg komt dat u dat nu niet gegeven is om daarover te oordelen. Mijnheer Huijpen haakt in op mijn bewering uit het verleden en die ik graag herhaal: je moet het willen, en dan zegt hij: ja je moet het ook kunnen. Ik zeg ik hou vol mijnheer Huijpen als je iets wilt dan span je je tot het uiterste in om het haalbaar te maken, dan kan het ook. De heer HUIJPEN: Dat ben ik niet met u eens. Dus als u stelt van als je iets wilt, dan span je je in tot het uiterste om het haalbaar te maken, oké daar kan ik vrede mee hebben, maar dan de conclusie: dan kan het ook, dat ben ik nadrukkelijk niet met u eens want dat bewijzen dus de getallen die u zelf presenteert. De heer DEN BRABER: Die getallen bewijzen het tegendeel, mijnheer Huijpen, van wat u nu op wilt roepen, dan kan het ook en die getallen tonen aan dat het kan en dan inderdaad zonder lastenver zwaring en ik wil om half twaalf nog eens met u een rekensom maken dat 7 miljoen investeren inderdaad volgens de dekkingsmiddel die wij daarbij aanwenden niet om lastenverzwaring zal leiden, maar u weet als u zelf het papiertje pak, je hebt dat trouwens niet nodig want uit het hoofd kunt u dat zelf ook narekenen, dat die redenering klopt. De heer HUIJPEN: Ik ben het niet met u eens maar we zullen die discussie niet overdoen. Ik heb daar op dit moment ook geen be hoefte meer aan. Er zal ongetwijfeld bij de begrotingsbehandeling voluit de gelegenheid voor zijn. De heer DEN BRABER: Dan moet u zich, mijnheer Huijpen, niet rijker rekenen dan u bent. U denkt al dat ik toegezegd heb dat ik een alternatief voor u zal ontwikkelen. Ik heb toegezegd dat ik alter natieven wil ontwikkelen waarin aangegeven wordt hoe het dan moet met het gemeentehuis. Dat is een onlosmakelijk onderdeel daarvan en als u aangeeft van hoe dat dan moet dan ben ik inder daad bereid om naast de plannen die het college nu ontwikkeld heeft die nieuwe variant daarnaast te leggen. Dan mijnheer Wijnen doet ook nog een duit in het zakje. Die komt terug op de monumen tenverordening. Er zijn dit jaar en ook vorig jaar bij de algemene beschouwingen, mijnheer Wijnen, al herhaaldelijk naar gevraagd. De monumentenverordening sec is klaar, die ligt er gewoon. U weet, dat hebben wij bij de algemene beschouwingen afgesproken, dat wij wachten op de inventarisatie van de provincie van panden en dorpsgezichten in Oudenbosch die als monument of als erkend stads- of dorpsgezichten aangemerkt kunnen worden. Zodra dat huiswerk afgeleverd is en dat zal na het zich laat aanzien vlak na de jaarwisseling zijn, dan zult u met het college constateren dat u geen spijt zult hebben van het feit dat we er nog even mee gewacht hebben want het wordt een heel uitputtende, heel fraaie inventarisatie die wij gratis krijgen, waar we zelf ons niet voor in hoeven te spannen en die wij onmogelijk zelf beter

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 118