-52- was de herhuisvesting van de gemeentelijke dienst naar St. Anna. Ik denk dat we dan dus duidelijk van mening verschillen met be trekking tot een invulling van een definitie van alternatief. Met betrekking tot de financiële onderbouwing: ja laat dat duide lijk zijn. De VVD-fractie die geeft er de voorkeur aan om eerst goed te rekenen en dan tot actie over te gaan. Ik heb een reactie dus naar mijnheer Van Oosterhout heb ik dus duidelijk aangegeven van hoe dat we nu denken over gemeentes' financiën en hoe de aanpak daarover dient te zijn. Ik heb best wel wat moeite met de opmerkingen van die loskoppeling, want zo wordt het nu ge presenteerd, die zal wel van langer dateren. Ik denk dat de ver slagen in de commissie het tegendeel kunnen bewijzen. Ik denk dat dat anders ligt. De heer VAN OOSTERHOUT: Ik wil nog als het mag een korte toelich ting opgeven want kijk ook mijnheer Van den Bosch was daar een tijd geleden heel erg verbaasd. Als je een idee hebt met betrekking tot een invulling, en die ligt er bij het college en ik heb niet onder stoelen of banken gestoken dat wij best met dat idee verder willen gaan. Dan kan het er zo uitzien alsof je vanavond die hele stap in één keer wilt nemen en of er geen andere ruimte meer mogelijk is. Die indruk kan best gewekt zijn. Dat wil niet zeggen dat ik zo stom zou zijn, zoals mijnheer Van den Bosch dat des tijds zette om in de strop te steken en hier vanavond voor 7 miljoen hier aan het plafond te laten hangen zonder nadere bere keningen. Kijk dat verbaast mij dat u van ons denkt dat wij daar toe in staat zullen zijn. Ik kan u verzekeren, mijnheer Huijpen, dat ik me niet twee keer maal honderd keer bedenk voordat ik nog maar iets met een touw, laat staan met een strop, ga ondernemen. De heer HUIJPEN: Ik vind het fantastisch want ik zou het op geen enkele manier toewensen, want laat dat duidelijk zijn dat u in die richtingen acties onderneemt maar ik stel wel vast in alle objectiviteit en ik heb dat ook geproefd in de laatste commissie-vergadering ABZ dat er met betrekking tot de financiële haalbaarheid van het geheel en ik heb dat vanavond voor het eerst geconstateerd bij de fractie van de Partij van de Arbeid De heer HERMES: Mag ik nou even De heer HUIJPEN: Nee, mijnheer Hermes, ik wil even mijn zin af maken. Even rustig, even wachten. Dat er met betrekking tot de financiële haalbaarheid van het geheel dat daar toch steeds meer twijfels over komen en ja, ik leg dat dan toch min of meer uit als we zitten toch op het goede spoor als VVD, als CDA wanneer het gaat over de financiële haalbaarheid. Dat blijkt toch zeg maar, uit de gematigde opstelling van met name een partij als ONS. Die heeft het over stroppen enz. Dus, daar wil men niet in. Dat is duidelijk, dat is overduidelijk en ik moet u zeggen De heer VAN OOSTERHOUT: dat ik daarvoor gevaar loop, dat is een stelling van mijnheer Van den Bosch geweest. De heer HUIJPEN: Oh, sorry, nee maar ik moet u wel zeggen dat we toch bijzonder content zijn met de constructieve houding van ONS in deze en dat geleidelijk aan bij de Partij van de Arbeid-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 108