-49- De heer VAN OOSTERHOUT: Dat was een mijnheer die met ons zaken wilde doen en die binnen het raam wat wij wilden gewoon dat plan wilde ontwikkelen. Dat heeft hij nu gedaan en ik mocht hopen dat hij daarin zou slagen om het dan ook nog te slijten in de markt. Maar ja, helaas De heer WIJNEN: Hoogenberk had alternatieven in verschillende richtingen overigens. De heer VAN OOSTERHOUT: Ja, wij zijn nog niet klaar. We hebben als gemeentebestuur straks weer de zorg om er dan weer een andere bestemming aan te geven, maar dan heb je het in ieder geval in eigen hand. Dat wil ik eigenlijk ook bedoelen bij St. Anna. Je bent dan wel partij, je staat er niet buiten als degene die de voorwaarde wil opleggen. Dus ja, via de contracten is dat beïn vloedbaar hebben we ook gezien. Maar, mijnheer de voorzitter, ik heb gepoogd een reactie te geven op datgene wat direct is gericht door de heer Huijpen en de heer Van den Bosch naar mijn gevoel ook in mijn richting. Ik wil daar nog een enkel punt aan toevoegen. Ik zit sinds 1983 in deze raad en sinds die tijd zijn er tal van besluiten genomen met betrekking tot stadsvernieuwing. Er zijn besluiten genomen met betrekking tot de aankoop van het gebied Brouwerijstraat, ik meen me iets te herinneren van 2 of 2,2 miljoen gulden. Er is een besluit genomen met betrekking tot de aankoop van Sancta Maria rondom 1 miljoen gulden. Wat dat betreft is het, mijnheer Huijpen begon daar straks al mee, een historische avond, maar het is er één van de velen al sinds de beginjaren '80 en ik denk dat het ook de goede weg is hoor. Ik denk dat Oudenbosch het ook op deze manier moet doen, omdat we dan als gemeentebestuur echt de vinger aan de pols kunnen houden. Ik ben daar voor dit soort bedragen en dat is misschien toch belangrijk dat te zeggen, ik ben voor dat soort bedragen op zich huiverig, altijd geweest, ook bij plannen als Sancta Maria, plannen als Brouwerijstraat e.o. en ik moet zeggen dat de invulling die we daar hebben gedacht in het verleden en dan tel je alle stadsvernieuwingsplannen nog eens even erbij op. De Polderstraat, ik heb ze daarstraks allemaal al genoemd, althans de meeste en dan moet u eens nagaan wat dan de totale verliezen zijn die we als gemeente hebben geleden in het kader van de investeringen die we daar hebben gedaan. Ik denk dat die verlie zen uitkomen, nou ik moet dat ruwweg ramen, op een half miljoen, misschien bij elkaar 1 miljoen, maar als u dan ziet wat er intus sen in Oudenbosch is gebeurd en veranderd en dan hoeven we niet te zeggen dat het allemaal even mooi is geworden, maar dan wil ik wel vaststellen dat er met betrekking tot het saneren van een aantal elementen heel wat aardige elementen zijn gebeurd. Ik denk dat het als niet gaat blijken dat dit plan waar invulling onhaalbaar blijkt, dat we met dit plan verder moeten eventueel aangevuld met alternatieven en dat wou ik in ieder geval als de voorlaatste slotopmerking zeggen. Ik hoop verder dat ik van de andere kant eens een reactie krijg op mijn stelling dat we niet alleen moeten praten over de procedure want ik geef aan waarom die procedure andersom zou kunnen zijn dan de heer Huijpen hem wil, maar van de andere kant ook eens een argumentatie wil krijgen of het nou in het kader van het risico, in het kader

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 105