BIJLAGE III
ALGEMENE BESCHOUWINGEN OUDENBOSCH NU EN STRAKS
In de inleiding van de beleidsnota bij de gemeentelijke
begroting voor 1990 wordt gerefereerd aan de afspraak met de
raad om bij de opstelling van de begroting uitsluitend uit
te gaan van bestaand beleid en alleen waar onvermijdelijk
nieuwe beleidsvoornemens zullen worden aangekondigd. Voor het
geval de gedachte mocht postvatten dat tegelijkertijd
bestuurlijk pas op de plaats gemaakt wordt wijs ik op de
voornemens en plannen die nog niet financieel zijn vertaald
en die de plaats en het funktioneren van de gemeentelijke
overheid en de inrichting van de kom van onze gemeente een
drastisch ander aanzien zullen geven als daaraan in de
negentiger jaren uitvoering wordt gegeven. Natuurlijk heb ik
dan het oog op plannen op het gebied van stadsvernieuwing en
herhuisvesting en organisatie van gemeentelijke diensten.
Er is dus zeker geen bestuurlijke stilstand of een koesteren
van de status quo. Op tal van gebieden van gemeentelijke zorg
is een begin van, naar ons gevoel grootscheepse verandering
te ontdekken of voelbaar.
Met het kollege is mijn fraktie van mening dat er sprake is
van het begin van nieuw elan. Dat geeft nieuwe perspektieven
maar ook nieuwe problemen. Verandering van beleid, organi
satie en werkwijze komen niet vanzelf.
Als gemeentebestuur moeten wij de bereidheid tonen daarin te
investeren. Van onze medewerkers kan pas dan de nodige
bereidheid en flexibiliteit worden gevraagd in het verande
ringsproces. Zo zal een veranderde visie op de plaats van de
lokale overheid in de gemeenschap zijn vertaling moeten
vinden in een daarop afgestemde organisatie. Ook eisen met
betrekking tot efficiëntie, effektiviteit en kwaliteit in
dienstverlening zullen, mede in relatie met een nieuwe wijze
van gegevensverwerking en informatiebeleid, aanpassing van de
organisatie vergen. ONS is bereid dit proces bestuurlijk
flink te ondersteunen, zowel inhoudelijk als financieel als
in de toerusting van medewerkers b.v. via een personeelsop-
leidingsplan.
Ook onze bestuurlijke procedures en werkwijzen behoeven ver
nieuwing en aanpassing. Als leidraad daarvoor stelt ONS dat
de raad in een vroegtijdiger stadium dan tot nu toe betrokken
moet worden bij de bepaling in welke richting de beleids
voorbereiding zal moeten gaan. Dat bevordert de effektiviteit
van werken en komt beter tegemoet aan de goede uitvoering van
de funktie van de raad die ze bij wege van de gemeentewet
heeft verkregen. Via de beleidsadviescommissies ABZ, Welzijn