-6-
heer, althans die gegadigde om dat gebied over te nemen van het Hoogheem
raadschap en die bespreking heeft toen toch geleid tot een aantal vragen
en nog wat onduidelijkheden die nadien nog niet zijn opgelost. Kijk over
de vervuiling is toentertijd gerapporteerd en gezegd van ja, als die voor
eigen rekening of voor eigen verantwoordelijkheid dat gaat ondernemen,
als hij dat voor elkaar krijgt, dan moet hij zelf meewerken aan die sane
ring, dan is er geen bezwaar tegen om een bepaalde verbouwing of verande
ring in het gebied toe te staan. In welke mate en dat is eigenlijk dezelf
de vraag als de heer Huijpen, blijft de gemeente partij in deze zaak, want
in oorsprong is de gemeente de verantwoordelijke of mede-verantwoordelijke
van de vervuilers en blijft de gemeente aansprakelijk voor de rechtsgevol
gen die daar uit zijn handelen zijn voortgevloeid, omdat je toch met een
ander stuk wetgeving te maken hebt dan in normale situaties, kun je wel
zeggen van ja, dat ligt bij het Hoogheemraadschap op zijn bord, maar de
gemeente is ook jarenlang eigenaar geweest en beheerder van het terrein
en voordat we dus dat besluit nemen zou ik toch wel graag iets willen
weten over de mate van aansprakelijkheid en risico's die uit het laten
we zeggen afstand doen van het terrein uiteindelijk naar voren zullen ko
men. Als wij degenen zijn die daar toch aansprakelijk voor zijn, dus dan
blijkt dat niet aan de voorwaarden voldaan kan worden van VROM, dan heb
je kans dat wij aangesproken worden. In eerste instantie het Hoogheemraad
schap maar dan vervolgens toch de voorafgaande eigenaar. Dan is er ook
gesproken over de gebruiksmogelijkheden van het terrein. Hoe zit het met
de ontsluiting? De inrichting? Dat soort vragen die leefden toen ook in
de commissie en er zijn wat voorwaarden gesteld om eraan mee te werken.
Ja, er werd wel gezegd van voorbereidingsbesluit nemen om mee te werken,
maar de gedachte om daar een botenterminal te maken ja, dat moest ook nog
gerealiseerd worden in relatie tot de ontsluitingsmogelijkheden. Dus wat
dat betreft leven er nog wel wat vragen en wij zouden toch ook willen we
ten in welke mate nou de stand van de vervuiling is. Toentertijd is er
een kaartje voorgelegd met de stukken die niet en anderen die dan ernstig
verontreinigd zijn, maar is daar nou nog nader inzicht in gekomen of niet?
De VOORZITTER: Als de heer Huijpen wijst op de letterlijke tekst van het
voorstel dan wil ik eigenlijk wel beamen dat die misschien niet zo vrese
lijk gelukkig is. Het is zo dat na de eigendomsoverdracht, maar ik herhaal
het verhaal wat eenieder hier kent, er de indruk bestond dat er van ver
vuiling sprake zou zijn. We hebben toen het punt van de vervuiling nader
onderzocht in overleg met het Hoogheemraadschap en daarover moeten we
eerst zekerheid hebben vooraleer we de zaak afwerken. Dat was ook in
goede harmonie met het Hoogheemraadschap dat dat zo gebeurde. Vervolgens
hebben wij afgezien van het in het bestemmingsplan meenemen van dit ter
rein en ik denk dat waar hier gesproken wordt over belang dat dat het
belang is wat wordt bedoeld. Uw vraag of het besluit ter goedkeuring is
ingezonden aan de provincie. Ik neem aan van wel. Ik zou niet weten waarom
niet eigenlijk. Niet in de laatste plaats vanwege het feit dat de provin
cie de goedkeuring kennelijk weigert aan het besluit van het Hoogheemraad
schap want daar is mee naar boven gekomen dat dit besluit nog altijd inge
trokken moest worden. Met betrekking tot de betrokkenheid en de verant
woordelijkheid van de gemeente bij de verontreiniging, die is als zodanig
nooit uitgesproken. Daar kun je een benadering op nahouden zoals de heer
Wijnen doet, maar echt uitgesproken is hij nog niet. Over de zaak waakt
de provincie. U hebt gezien dat de provincie in zijn contacten naar het
ministerie van VROM een lans breekt voor de plannen van de aspirant-koper
met het motief dat dat niet zal leiden bij het eventueel schoonmaken van
het terrein. Dus u begrijpt daaruit dat niet te vrezen is voor een beïn-