-36- Op zich zou dat een punt kunnen zijn waarover we met Emcee nader zouden over moeten onderhandelen. Wij zijn er in ieder geval vanuit gegaan om die reden, want er is een parttimer die onder leiding staat van de bijna full-timer en dat zou een OA-niveau rechtvaardigen. Ik ben best bereid om over dat punt nader in overleg te treden met Emcee om de realiteit daarvan te bezien. De heer VAN DER HEIJDE: Ik wil daar toch nog even op inhaken. Er is natuur lijk een ontwikkeling bij een stichting zoals het Emcee, gezien het aktivi- teitenplan dat ze jaarlijks hebben ingediend het werkplan, is natuurlijk in de loop der jaren een bepaalde opbouw geweest in het uitvoeren van een aantal taken. Dat heeft dus blijkbaar geresulteerd in een niveau van uitvoering van taken op een bepaald niveau. Hier staat het dan blijk baar in de welzijns-cao in op dat OB-niveau. Opbouwwerkster gaat weg en het Emcee zoekt natuurlijk voor dat niveau vervanging. Blijkbaar zijn ze in staat geweest om iemand van dat niveau binnen te krijgen, maar ze zijn genoodzaakt om op een vrij lager niveau, dus op een MBO-niveau, in te schalen. Wat betreft dan begeleiding betekent dat dat de opbouwwerker die nu voor 31 uur functioneert, die dan dus een deel van die uren weer in begeleiding moeten steken. Nou tel uit de winst, de aantal effectieve uren van 51 die wij dus aan Emcee hebben toebedeeld, je moet dus een aantal begeleidingsuren voor beide mensen aftrekken. Wellicht kom je dan pas aan een aantal uren van 42 a 43maar het betekent toch wel een aantal uren daadwerkelijk uitvoeren van het werkplan, daar komt men dan niet aan. Ik zou dat erg jammer vinden. Ik zou toch willen pleiten om wat betreft dat gedeelte van het bezwaarschrift gegrond te verklaren, zodat dat duidelijkheid biedt naar het Emcee. Ik denk als de wethouder aanstaande maandag in overleg gaat met die stichting, met het bestuur daarvan, dat dat in ieder geval weer een aanzet zou kunnen zijn om die sfeer, waar we toch vast van kunnen stellen dat die flink vertroebeld is, om die sfeer enigszins te verbeteren. De heer WIJNEN: Mijnheer de voorzitter, de problemen die het bestuur van Emcee voelde in z'n relatie tot de gemeente die zijn onder andere naar voren gekomen in de hoorzitting, die daarop de commissie heeft belegd en daar was ik één van de aanwezigen. Strikt formeel gezien denk ik, en zo moeten we op dit moment denken want zij hebben het rechtspad bewandeld om een AROB-beroep in te stellen, en strikt formeel gezien moeten we dan concluderen dat het werkplan, zoals zij dat hadden aangeboden, na 1 oktober gezien het niet meer vervullen van de vacature die er aanwezig was, waarbij zij beoordelen wat zijn want zij hebben een zekere zelfstandig heid, dat zij dan hun werkplan niet meer konden uitvoeren. Daar hebben zij overleg over gezocht. Dat overleg is niet gehonoreerd. Dat gesprek komt pas eerst binnenkort op gang. Nou ik vind dat eigenlijk toch wel een treurige zaak, gezien het feit dat dat een instelling is waar wij al jarenlang een bepaalde taak aan toe vertrouwden of die een eigen taak vervullen in Oudenbosch en wij zouden er niet voor zijn om het gegrond te verklaren. We zouden het acceptabel vinden als er voorzieningen waren getroffen om het werkplan van het Emcee in de periode na 1 oktober, na het vertrek van de formatie, als wij daar voldoende moeite hadden gedaan om met hen in overleg te treden en met hen te kijken welke oplossing dat er dan gekomen zou zijn. Gelet op het feit dat de raad z'n besluit tot vaststelling van de formatie heeft uitgeoefend in een andere zin dan het Emcee wenselijk vond. Daar denk ik dat we rekening mee moeten houden. We kunnen wel zeggen we zijn al zo lang aan het praten geweest met het Emcee, daar zijn natuurlijk al langer gedachtevormingen over het Emcee gaande geweest, maar die staan daar nu eenmaal even buiten. Ik denk dat we, gelet op de bevoegdheden van de raad om die subsidieverordening toe

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 52