-35-
werkgever niet helemaal kunnen realiseren. Ik wil dan, om Emcee enigzins
tegemoet te komen, en ook om van de zijde van het college van de raad
ter name van het bezwaarschrift van het Emcee, hier wordt voorgesteld
ongrondig verklaren, wil ik toch voorstellen om het bezwaarschrift gedeel
telijk ongegrond te verklaren daar waar betreft het niveau van de functie.
Ik realiseer me dat ik daar waarschijnlijk Emcee voor een gedeelte tege
moet kom. Wellicht ook naar het college, naar de wethouder toe omdat
dat weer een moment is waarop partijen aan tafel kunnen gaan zitten en
weer eens kunnen gaan praten, want gezien de sfeer die er nu heerst, bestaat
de kans dat Emcee naar een hoger rechtscollege stapt. Daar is Emcee niet
mee gebaat. Dat kost erg veel tijd van de mensen die toch ook hun vrij
willigerswerk daarin vinden. Het kost ook de gemeente en de raad weer
de nodige tijd. Ik zou voor willen stellen om in ieder geval het bezwaar
schrift gedeeltelijk gegrond te verklaren.
De heer VAN OVERVELD: Ja, ik voel eigenlijk niet zoveel voor een herhaling
van de discussie van 12 oktober want daar verval je snel in, als je niet
uitkijkt. Argumenten die toen genoemd zijn, kunnen nu ook weer op tafel
gehaald worden en eigenlijk is dat niet de bedoeling. Het is niet zo
dat het vertrek van de medewerker de reden is waarom wij ons wat anders
hebben opgesteld naar het Emcee toe, dan in de voorbije jaren. Het was
eigenlijk het samenvallen van twee zaken. Het feit dat we in uitvoerige ge
sprekken voor ons zelf bezig waren zaken op een rij te stellen en daarbij
concludeerden dat er bepaalde zaken wellicht toch wat scheef gegroeid
waren en tegelijkertijd daarmee, terwijl wij daarmee doende waren, bereikte
ons het verzoek van Emcee om de vacature te mogen invullen. Een reden
voor ons om te zeggen, zou je daar niet verstandiger even mee wachten
gezien het feit dat er wellicht toch wel wat andere dingen staan te gebeu
ren. Dat is gedaan. We hebben een voorstel geformuleerd. De raad is daarvan
in kennis gesteld, het Emcee is ervan in kennis gesteld en de raad heeft
in oktober daarop beslist, na uitvoerige discussie. Ook na discussie
in de welzijnscommissie overigens. Daarbij is het aan ieder raadslid
geweest om de werkplannen van het Emcee daarbij te betrekken. Die zijn
ook nadrukkelijk, in de gesprekken die ik met Emcee heb gevoerd, aan
de orde geweest. Ik vind het een beetje een verkeerde voorstelling van
zaken als je zegt dat het vertrek van een medewerker nu meteen reden
is om dan maar alles over boord te halen, dat is volstrekt niet waar,
alleen het viel wellicht wat gelukkig samen. Het werkplan van het Emcee
was ook op 12 oktober aan deze raad bekend, dus op het moment dat deze
raad op 12 oktober een bepaald besluit neemt, weet zij dat dat consequenties
heeft voor het werkplan. Reden waarom de raad mij heeft verzocht, en
dat heb ik ook toegezegd, om in overleg te treden met Emcee, om te bezien
welke veranderingen er, met betrekking tot het werkplan 1990, dan zouden
zijn. Daartoe heb ik een poging ondernomen direct na kerst en op verzoek
van Emcee is dat gesprek uitgesteld tot aanstaande maandag, zodat ik
daarover nog geen nadere mededelingen kan doen. De poging mijnerzijds
is in ieder geval ondernomen. Het niveau van de functie, waar de heer
Van der Hei j de het over heeft, in onze redenering zijn wij ervan uit
gegaan dat er sprake is van een parttimer en iemand die ook niet helemaal
full-time maar toch wel aanmerkelijk langer in dienst is bij het Emcee
wat de werktijd betreft. Daaruit zou je, als je als werkgever taken ver
deeld, best organisatorisch het zo kunt opbouwen, dat de parttimer toch
min of meer onder toezicht staat van degene die langer in dienst is,
en daar werkzaamheden verricht die op dat niveau gericht kunnen worden.
Ik herinner dus eraan dat Emcee ook in het verleden een OA en een OB-niveau
had, wat betreft de werkers. Later is de tweede, de opbouwwerkster, van
OA-niveau overgegaan naar dat OB-niveau.