-24-
De heer HUIJPEN: Dank u wel mijnheer de voorzitter. Opmerkingen van soort
gelijke aard. Volgens de visie van de VVD-fractie zou het toch goed zijn
een keer te bezinnen wat we nu in z'n totaliteit met de sportaccommodaties
willen. Hoe groot is de nood? Hoe groot is nu de noodzaak tot aankoop
van deze grond? Hoe kunnen we de sportparken eventueel frequenter gebruiken?
Ik denk dan ook aan de sportterreinen bij de PABO en TMC. Wij zijn niet
direct tegen, maar anderzijds willen wij toch de zorg verwoorden met
betrekking tot, want er gaan natuurlijk wel enorme middelen inzitten,
het vraagt heel veel en daarnaast is natuurlijk de vraag blijft het allemaal
wel behapbaar voor de toekomst. Ik denk dat dat dus een van afweging
moet zijn die wij dus moeten maken en misschien strekt het heel veel verder
dan behalve dus sportvelden of sportterreinen, maar dat kan ook te maken
hebben met sportaccommodaties als de tennisbaan, de sporthal en het zwembad.
Misschien dat we eens in een evaluatie in alle rust van een gedachte
kunnen wisselen met betrekking tot de vragen die ik gesteld heb. Ik wou
daarnaast nog even opmerken dat we natuurlijk met de aankoop alleen,
dan zijn we er niet mee, het moet natuurlijk ook ingericht worden. En
dat kost ook weer een paar lieve centen, maar als het werkelijk zo is
dat dus als beleidslijn, als prioriteit, weet ik hoeveel gekozen wordt
om dus zeg maar in optimale zin te voldoen aan de behoefte, dan kunnen
wij ons daar wel in vinden maar ik denk dus wel dat de afweging gemaakt
moet worden, zoals ik zojuist verwoord heb.
De heer VAN OVERVELD: Ik denk dat de heer Van der Heijden slecht geïnfor
meerd is want hij praat over uitbreiding van het sportpark Pagnevaart
met een derde veld. Ik wijs hem erop dat sportpark Pagnevaart sinds jaar
en dag drie velden kent, waarbij overigens wel sprake is van een uitvoerige
renovatie, gespreid over 3 jaar en daarvan gaan wij nou het tweede jaar
in. De doelmatigheid; het is zo dat er voor de voetbalvereniging en de
hockeyvereniging samen een tweetal velden beschikbaar zijn: 1 kunstgrasveld
en 1 grasveld. Voor een vereniging met minstens 150 leden, dan praat
ik over de voetbalvereniging, en een vereniging met rond de 250 leden
is dat een tamelijk nijpende zaak en niet alleen dit jaar, het is al
een paar jaar zo en het wordt al voortdurend geconfronteerd met de vraag.
Daarnaast is het zo dat we als gemeente ook in staat moeten zijn om velden
aan te bieden wanneer Oudenbosschenaren daarom vragen. Het gebeurt ook
regelmatig dat zeg maar niet-verenigingen van sportvelden gebruik maken
Cp frequentere manier van velden die bij TMC gelegen zijn of bij de PABO
het klinkt aardig maar daar hebben als gemeente niets in te zeggen. Dus
ik denk dat meneer Huijpen daar weinig te halen valt. De noodzaak voor
de uitbreiding die staat voor mij onomstotelijk vast, als er met name
op een gewoon grasveld per week getraind en dan nog een keer 6 wedstrijden
moeten worden gespeeld, dat gaat niet. Dus dat betekent dat we het voorstel
wat dat betreft, naar ons gevoel, goed genoeg hebben onderbouwd.
De VOORZITTER: En de bezinning die meneer Huijpen vraagt?
De heer VAN OVERVELD: Het is zo dat we al in eerder stadium bij de behan
deling van de oriëntatie op het welzijnsbeleid voor de komende jaren
gezegd hebben dat een van de oordelen daarin moet zijn het accommodatiebe-
leid, wat geactualiseerd moet worden en dat zal dus ook als een van de
onderdelen, zoals we met z'n allen hebben afgesproken in de laatste welzijns-
commissie, gaan gebeuren. Daar zit dit ook bij.
De heer HUIJPEN: Ja, ik heb nog een opmerking, mijnheer de voorzitter,
met betrekking tot de opmerking van de heer Van Overveld over de sportvel
den bij PABO en TMC. Het zou best eens mogelijk zijn dat dus in samenspraak
met, zeg maar, bezien kan worden of dat er van intensiever gebruik of
dat dat mogelijk is. Die velden die liggen er en ik zou me zo voor kunnen
stellen dat dus, zeg maar middels overleg of middels huur of wat danook,
ik weet niet in welke formule, maar dat er toch in de toekomst een intensie
ver gebruik mogelijk is.