-53-
voor 1988 waarvoor volledige medewerking is verleend. Ik denk
dat het verhaal van die goten dat dat best klopt. En ja, dan
zit je voor het dilemma dat je de ene school dus volledig hebt
vergoed en de andere partiële medewerking verleend. Dus het
zou best eens kunnen dat men gelijk heeft dat men zegt op grond
van het eerder ingenomen standpunt zou een bestuur als je nu
partiële medewerking verleend best eens in beroep kunnen winnen,
maar ik vrees dat je daar in andere gevallen voor hetzelfde
feit komt te staan.
De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter, ik denk dat, om uit het
probleem te komen, want ik zit er zelf ook eigenlijk best mee
van wat is nou de juiste oplossing, dat we om uit het probleem
te komen en ook om geen precedentwerking te scheppen, misschien
het volgende zouden kunnen doen. Kijk, het schoolbestuur mag
niet de dupe zijn van de twijfel die mij en deze raad wellicht
door de inbreng die er nu is optreedt. Ik en aansluitend op
hetgeen de heer Du Pont zegt, bij een vorige situatie hebben
we volledig vergoed, zou je nu, gezien ook hetgeen u zegt,
ja en wat ik ook eigenlijk niet meer kan checken of dat juist is,
maar ik mag aannemen dat het juist is, zouden we kunnen zeggen
van we nemen het voorstel toch aan zoals het hier ligt, maar
dan wil ik er in ieder geval nadrukkelijk bij aantekenen dat
er twijfel is met betrekking tot de systemathiek en dat wij
in ieder geval de beleidslijn zoals die er lag in de toekomst
als dat gewoon correct is en ik heb geen reden om te twijfelen
dat het niet correct is, dat we die beleidslijn gewoon oppakken
en voortzetten. Omdat dit blijkbaar dan toch een twijfelsituatie
is laat ik het schoolbestuur daar niet de dupe van worden en
via een procedure toch aan de centen komen. Laten we dan dit
voorstel toch maar aannemen denk ik dan in nadere instantie,
met de toevoeging van precedentwerking uitgesloten, want ik
wil duidelijkheid over datgene wat ons nou werkelijk voor moge
lijkheden openstaat en waarbij het uitgangspunt van mijn fractie
zeker is het evenredigheidsbeginsel voor en na 1985.
De VOORZITTER: Goed, ik denk dat mij wat dat betreft geen hele
concrete vragen meer worden gesteld en ik stel voor tot besluit
vorming te komen. Kunt u zich vinden in het voorstel zoals
het op dit moment voorligt met de beperking die daaraan door
de raad wordt toegevoegd, dat dit een medewerking is op basis
van twijfel aan laten we zeggen de procedures zoals die op
dit moment bestaan, waarvan het schoolbestuur zeker niet de
dupe mag worden, waarbij wij ons vast blijven houden in principe
aan de Londo-systematiek en daar in voorkomende gevallen ons
nog duidelijker en beter en uitvoeriger zullen laten inlichten
en voorlichten voor zover dat kan want het schijnt een terrein
te zijn waarop ja, een aantal invalshoeken mogelijk is en waar
bij het niet altijd echt duidelijk is of je dit wel zult winnen,
tussen aanhalingstekens, en misschien zul je een keer de stap
moeten zetten en zeggen van nou, dan moet het maar een keer
tot een proef komen als dat aan de orde zou zijn. Maar ik vind
niet, dat ben ik met de heer Van Oosterhout eens, dat een school
bestuur daar op dit moment de dupe van mag zijn.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten.