-49- De heer HUIJPEN: Nou, dat is met name het missen van de actuele financiële inzichten in de financiële positie van de gemeente en de gevolgen daarvan om dus op een juiste wijze beleid te kunnen voeren en een juiste afweging te kunnen maken. Dat is het probleem. En die hebben we dus nu wel en u zegt het wij zijn van mening dat we dat meer in samenhang moeten doen. De VOORZITTER: Ja, dat stel ik dus vast dat u dat vindt en ja, dat is eigenlijk datgene wat u in tweede termijn in belang rijke mate zegt. Dan kom ik bij het CDA met het voorstel voor andere contractplanning. Ik vind dat niet echt aan de orde nu. Aan de orde zijn de tarieven. U heeft het over het sportbe- leidsplan. Ja, dat is allemaal aardig, maar dit is afronding van een beleid wat in eerdere instantie is ingezet. Het is de laatste fase en hoe je daar in de toekomst verder mee wil gaan is iets heel anders. Over dat sportbeleidsplan kom ik ongetwijfeld nog terug. Ja, met betrekking tot de opmerking van de heer Jongenelen over de leegstand van de sporthal kan ik op zich ook niet veel zeggen, ook de definitie van het begrip jaarcontract is niet aan de orde. Aan de orde zijn de tarieven. Ik stel voor dat De heer JONGENELEN: Nee, maar voorzitter, u had toch al voordat dit aan de orde was toch wel even kunnen bekijken wat de bezet tingsgraad was en die is bij deze toch bijzonder belangrijk. Als dus de bezetting zo dusdanig zakt, dat geldt voor vele sporten, en dat heeft toch te maken dat die mensen met handen en voeten gebonden zijn aan dergelijke zaken, die gaan vaak naar omliggende plaatsen en echt dan moet u maar eens goed informeren. Dat is een duidelijke zaak. De VOORZITTER: Het is zo dat wanneer u door de week gebruik wil maken van de sporthal dat al volstrekt onmogelijk is omdat hij voortdurend verhuurd is. Datzelfde geldt voor het gemeente lijk gymnastieklokaal en hetzelfde geldt in nog hevigere mate voor het zwembad. Dan praat ik nog niet over de buitenakkommo- daties, want die puilen ook uit want er liggen volop aanvragen om uitbreiding van velden en weet ik veel. Dus ik kan me niet voorstellen dat er van enige leegstand sprake is, behalve dan in het weekend en na afloop van de competities als het voor een vereniging bijna niet interessant meer is om leden bij elkaar te halen omdat men niet weet waarvoor men traint en heel veel mensen, daarom, trainingen verzuimen en het voor verenigingen om hele andere redenen niet meer aantrekkelijk is om de trainingen door te laten gaan. Maar dat houdt geen verband met de tarieven naar mijn heilige overtuiging. De heer JONGENELEN: Nee, maar door dergelijk soort zaken krijgt u natuurlijk wel problemen dat die mensen straks ook niet meer komen, want dan gaan die tarieven wel omhoog, maar die kunnen op andere plaatsen toch best de sporthal gebruiken. De heer HERMES: Maar mijnheer Jongenelen De VOORZITTER: Nee, ik vind dat we moeten stoppen met het aantal termijnen, want anders zitten we hier vannacht nog te praten. Ik stel vast, we hebben er twee termijnen over gesproken. Dat is te doen gebruikelijk in deze gemeenteraad. Ik stel voor om tot afronding te komen en te besluiten. Ik stel vast dat fracties van ONS en Partij van de Arbeid het voorstel van het

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 330