-42-
king tot inkomstenverwerving en ik mocht de eer hebben daar
vorm aan te geven namens de meerderheid van deze raad, maar
dat heeft heel veel voeten in de aarde gehad. Ook naar de sport
verenigingen toe, want ook met de sportverenigingen is vanaf
dat moment overleg gevoerd over de wijze waarop een en ander
zou kunnen plaatsvinden. De suggesties die de heer Van Hoek
doet met betrekking tot de inbreng van sportverenigingen op
andere wijze dan een financiële, maar bijvoorbeeld in de vorm
van meewerken, of zelf onderhoud uitvoeren, dat soort zaken
is in die gesprekken aan de orde geweest en we hebben uiteinde
lijk besloten om het op deze wijze te doen. Ik wil er niet
veel verder over uitwijden, behalve dat ik wil toelichten in
reactie op datgene wat de heer Huijpen en de heer Van Hoek
ook eigenlijk stellen van ja, vorig jaar was het even niet
nodig. Ik wil daar toch wel dit over zeggen dat na jaren alleen
dit besluit te hebben moeten nemen met de Partij van de Arbeid
samen en steeds maar te moeten horen dat er onvoldoende cijfers
waren, dat niet bleek dat het noodzakelijk was, ja, op den
duur ga je ook nog twijfelen of het inderdaad wel noodzakelijk
is. Dus ik heb met mijn fractie vorig jaar het besluit genomen
om ook eens af te wachten tot er cijfers kwamen, maar er was
ook nog een andere reden voor. Het college was uitgenodigd
om haast te maken met het produceren van cijfers en dat was
ook een reden om op dat moment te zeggen van oké het gaat dus
niet door, laten we eens even op die duidelijkheid wachten.
Wij vonden op dat moment dat de oppositie daar op dat moment
best gelijk in had en dat betekende dat die ene fase er nog
wel aan moest komen, maar zodra die duidelijkheid van cijfers
er zou zijn, want dat zou dan misschien nog voor de oppositie
aanleiding zijn om tot een bijstelling van tarieven te komen.
Immers, ik wijs dan nog maar even op die allerlaatste doelstelling
waar de oppositie het steeds over heeft, wanneer het gaat
om dit onderwerp, namelijk die bezuiniging. De bezuiniging
was in het kader van die profijtheffing die de gemeenten in
Nederland moesten ophoesten en die bij elkaar ik meen 150 mil
joen gulden verdeeld over alle gemeenten in Nederland moesten
opbrengen en die wij maar via tarieven moesten zien binnen
te halen. Dus die laatste fase die moest nog in wezen op grond
van het vastgelegde beleid geïnd worden. Dus het kon vorig
jaar niet anders zijn dan uitstel. Het zou wat al te gemakkelijk
zijn daarentegen om nu op dit moment vast te stellen dat omdat
het 7 jaar geleden zo'n beleid is uitgezet er nu maar een verho
ging van deze omvang gepleegd zou moeten worden. Nee, ook nu
nog, zeggen we, is er aanleiding en nu kom ik terug op wat
wij vorig jaar met zijn allen misten de duidelijkheid over
cijfers en inmiddels heb ik een aantal cijfers gezien en uit
die cijfers heb ik kunnen vaststellen dat we de afgelopen jaren
een heleboel uitgaven hebben gedaan, uitgaven van forse omvang,
bijvoorbeeld de drainage in Kom Noord, Fidei et Arti etc.,
uitgaven waarvoor deze raad als geheel verantwoordelijk is,
omdat die met algemene stemmen zijn aangenomen die voorstellen.
Wij hebben niet de begrotingen altijd unaniem kunnen vaststellen,
maar wat we wel met zijn allen hebben moeten constateren is
de bezuiniging de afgelopen jaren en dat weten partijen in
deze raad die ook bovenlokaal vertegenwoordigd zijn alles van,