-35-
u kunt het advies van ABZ ook aan uw laars lappen zoals u dat
bij meerdere commissies in principe kunt doen. Het is alleen
denk ik naar de raad toe, naar een deel van de raad toe, waar
een besloten vergadering de vertrouwelijkheid kan garanderen,
toch wat eleganter, want we hebben hier anders gewoon grote
moeilijkheden mee. Als u zegt ik ben bereid om het in het college
mee te nemen in de zin zoals wij dat bedoelen, dus u moet niet
laat ik zeggen het meenemen van hebben wij behoefte aan oeverloze
discussies, dan weet ik het antwoord nu al. Als u het in de
zin zoals wij dat bedoelen meeneemt dan veronderstellen wij
dat u daar zinvol over discussieert en dat u daar tot een conclu
sie komt.
De heer HERMES: Bij mijn weten is het altijd al op deze manier
gegaan. Er zijn mensen die de gesprekken voeren met de kandidaten
en die doen een voordracht via B W en ja, nou ik durf er
geen eed op te doen maar ik weet haast zeker dat nog nooit
in de commissie ABZ besproken is, via verslagen weet ik dat,
besproken is de persoon die zit achter deze sollicitatie en
ik zou ervoor willen pleiten om die lijn voort te zetten en
het vertrouwen te geven aan die mensen die de gesprekken voeren
met de sollicitanten en die de voordracht doen.
De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter, ik zou me kunnen voorstellen,
als u dat nou meeneemt naar het college, daar heel goed over
na gaat denken, het voorstel van de heer Van den Bosch, dat
er zich ook niks tegen verzet om daarna met betrekking tot
de procedure die wij steeds volgen bij dit soort gelegenheden
om over die procedure die we in de toekomst gaan volgen om
die nou eens gewoon naar elkaar toe uit te spreken. Hoe gaan
we dat nu aanpakken om te voorkomen datgene wat nu eigenlijk
een belemmering is in ja, eigenlijk de oordeelsvorming van
de heer Van den Bosch en ik denk ook sommige anderen bij dit
stuk. Ik denk dat het verstandig is nadat u dat oordeel bij
of voor uzelf binnen B W heeft gevormd om daar in ABZ eens
over te praten hoe dat nou moet in het vervolg, want de dis
cussie is niet alleen vandaag maar die is in het verleden ook
al een aantal keren gevoerd. Ik denk dat we daar dan ook maar
van af moeten. In die zin vul ik dat graag aan.
De VOORZITTER: Nou, hetgeen wat de heer Hermes zegt is altijd
zo dus dat moeten we maar zo houden. Ja, op zich moet dat niet
het argument zijn denk ik, maar ik begrijp wat hij ermee bedoelt.
Nou, ik zeg toe dat wij er in het college over spreken en in
een commissie ABZ de procedures met betrekking tot het benoemen
van burgerleden in diverse adviescommissiesom dat eens aan
de orde te stellen. Mochten er ten aanzien van de procedure
bij de raad voorstellen of ideeën tot wijziging liggen, dan
zijn wij bereid uiteraard om het beleid van de raad uitvoerend
daaraan gehoor te geven. Dus dat betekent dat ik toezeg dat
wij in ABZ, ik weet niet of in augustus de agenda dat nog toelaat,
als ik dat vanavond zo hoor, maar anders toch in een ABZ kort
daarop, dit eens aan de orde stellen. Kunt u zich daarin vinden?
Akkoord. Dan stel ik voor over te gaan tot schriftelijke stemming,
de verordening zegt dat, dat we drie rondjes moeten maken.
Het is aan de raad om daar waar de verordening niet of wel
in voorziet als raad zelf een besluit te nemen. Als u voorstelt
om in een keer te stemmen en drie kandidaten aan te geven,