-22- De heer VAN OOSTERHOUT: Ja, ik ben eigenlijk een beetje verrast door de opmerking van de heer Van den Bosch. Ik kan me dat wel voorstellen, want het is eigenlijk voor de hand liggend dat wij een bouwplicht daarop zetten. Langs de andere kant kan ik me ook voorstellen dat dit bedrijf gewoon terrein wil gebruiken om de vrachtwagens, de transportmiddelen te stallen en als men zelf niet direct behoefte heeft om daar een bouwwerk neer te zetten, dan zou ik me daarin kunnen vinden. De trans portmiddelen hoeven niet op straat gestald te worden, dat is zowel voor de eigenaar als voor het publiek denk ik interessant dat ze op een bedrijfsterrein staan. Ik zou me er per soonlijk mee kunnen verenigen als de betrokken koper in dit geval zegt ten behoeve van dit soort activiteiten, ten behoeve van mijn bedrijf, expliciet zijn bedrijf, de transportmiddelen te stationeren, zou ik kunnen volstaan met een terrein zelf zonder bebouwing. Ik zie daar niet persé de noodzaak van in waarom wij daar nu voor dit geval een bouwplicht op moeten zetten. Ik zou daarmee kunnen leven. De heer HUIJPEN: Ja, dank u wel, mijnheer de voorzitter. Ik denk dat de raad kan vaststellen dat de aanwezigheid van het transportbedrijf in het centrum, in de kom, dat die toch voor de nodige overlast zorgt en wij vinden het prima geregeld wanneer er dus nu een gelegenheid gecreëerd wordt dat het transportbedrijf daar grond kan kopen op het industrieterrein om daar dus de verschillende vrachtwagens te plaatsen, te parkeren en het gaat ons ook wat ver om dus zeg maar die bouwplicht op te nemen in de verkoopakte. Ik denk dat dat er een oplossing gevonden is voor een wezenlijk knelpunt in de kom, in het centrum en ik denk dat we dat niet moeten gaan chargeren met zeg maar een bouwplicht. De heer HERMES: Ja, dank u wel, voorzitter. De fractie van de Partij van de Arbeid gaat het er in feite om dat de verkeers bewegingen die nu gepleegd worden door dit transportbedrijf, zoveel mogelijk beperkt worden in de bebouwde kom van Oudenbosch. Daarom is het naar ons idee een prima voorstel om in eerste instantie deze industriegrond te verkopen om daar zijn vracht wagens te kunnen parkeren, maar met de duidelijke bedoeling om in de toekomst zijn transportbedrijf daar ook daadwerkelijk te vestigen. Het heeft denk ik uit het oogpunt van verkeers veiligheid geen enkel nut om alleen maar een transportbedrijf aan te leggen op het industrieterrein, want dan zou daar wel een ander bedrijf op gevestigd kunnen worden. De fractie van de Partij van de Arbeid daarvoor is dit voorstel alleen maar aan vaardbaar met die restrictie dat er in de toekomst ook daadwer kelijk een transportbedrijf gevestigd gaat worden. Naar ons idee ,in eerste instantie sprak dat hier ook wel uit, niet directe bouwplicht maar daarop volgend, een later tijdstip. Het voorstel wat de heer Van den Bosch doet dat spreekt in ieder geval en ik weet zeker dat ik namens de hele fractie spreek, dat spreekt ons zeker aan en wij willen dat volgen om dus, zij het vertraagde, bouwplicht toe te passen hier. De heer VAN DEN BOSCH: Ja, voorzitter, ter toelichting. Ik kan me de reactie van ONS en VVD best voorstellen, maar wij zijn er van uitgegaan ook wat de heer Hermes betoogd, dat daar

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 303