-4- waar de discussie over clustervorming zou moeten plaatsvinden en dat is het streekgewest zelf. Ik denk dat een verwijzing naar de voortzetting van de discussie in het streekgewest dat die op zijn plaats is en de exacte formulering daarvan laat ik graag aan uw college over. De heer VAN HOEK: Ja, voorzitter, ik kan me volledig aansluiten bij de woorden van de heer Van Oosterhout. Wat betreft die laatste zin, die mag wat ons betreft ook een nadere bijstelling hebben, zoals de heer Van Oosterhout verwoordt. We kunnen ons volledig daarbij aansluiten. De heer DEN BRABER: Het is zeker zo, mijnheer Huijpen, dat de brief wat fel van toonzetting is. De discussie in het streek gewest strookt daar overigens mee, die was ook vrij fors en de gesprekken in de wandelgangen die daarop gevolgd zijn daarin vielen ook wat kribbige woorden. Wij denken dat, en ik verwijs naar de woorden van de heer Van Oosterhout ondersteund door Van Hoek, dat waar de clusterdelegatie de benoeming van de heer Osterloh in het DB als voldongen feit heeft aanvaard, dat de eerste stappen om de verhoudingen en dus een bijdrage te leveren aan de bestuurlijke samenwerking, om die verhoudingen te normaliseren, dat die van de heer Osterloh ingewacht zouden mogen en moeten worden van onze kant. Ten aanzien van de brief zoals wij die voorstellen heb ik er geen probleem mee, voorzitter, om die laatste zin er helemaal uit te halen. De alinea ervoor sluit af met "Wij hebben begrepen dat van de zijde van het streekgewest een voorstel van die strekking is te verwachten" en dat gaat dus over die formalisering van die groepsindeling. Dus ik kan me voorstellen dat we de brief afbreken bij de op een na laatste alinea en dat we de laatste alinea weglaten. De heer HUIJPEN: Ja, ik zou de heer Van Oosterhout willen bedanken voor de toelichting en het college voor het antwoord, maar ik kan me dus best de frustratie en onvrede voorstellen en dat heb ik in eerste termijn dus ook gezegd, maar ik denk dat het bestuurlijk toch beter is om de blik op de toekomst te richten en ik heb ook begrepen uit de stukken dat er dus of dat het de bedoeling is dat er nadere afspraken dus met betrekking tot de clustervorming enz. en ik hecht er dus op dit moment toch veel waarde aan dat dus daar het accent ligt dan behalve bij hetgeen is voorgevallen. Kijk, wanneer dus enerzijds iemand onbehoorlijk optreedt, dan houdt dat per saldo natuurlijk niet in dat andere partijen dat ook moeten doen. Dus ik kan me best voorstellen datgene wat er aan de orde is geweest, maar anderzijds zou ik er toch voor willen pleiten om het accent te leggen op het bestuurlijke en de blik te rich ten op de toekomst. De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter, ik wil de heer Huijpen daar graag nog het volgende over zeggen. Als afgevaardigde uit het streekgewest en ik begrijp dat de heer Van den Bosch daar straks ook nog even over wil praten lijkt het me verstan dig om zaken die in het streekgewest spelen en ook onze gemeente raken en dat zijn er vele inderdaad in een bepaald kader te gieten zodat we daar overleg over kunnen hebben. Dat is tot op heden niet echt gestructureerd. Er is afgesproken dat

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 285