-6- volgende stap in de carrière van de heer Mangelmans zou worden gezet, danwel wanneer die stap zou plaatsvinden. Maar als het dan zover is is de verrassing toch nog compleet en worden er in korte tijd gedachten en gevoelens losgeslagen die eerst een tijdje over elkaar buitelen vooraleer alles weer op een rijtje staat en daarna blijkt de wereld dan toch weer een stukje veranderd. Ik wil u in mijn toespraakje even mee terugnemen naar die buitelende gedachten en u daar in het kort deelgenoot van maken. Ik zal me daarbij eerlijk en vrij uitspreken. Als u daar al bij voorbaat uit afleidt dat er ook enkele kritische woorden komen dan kan ik dat bevestigen, maar evenzeer kondig ik daarbij aan dat ik zal eindigen met woorden waarin oprechte waardering zal zijn vervat. De burgemeester was op zoek naar beter en, de heer Du Pont zei het al, maar zoals de burgemeester zelf ook heeft verwoord, beter is in dit geval Best. Ik heb begrepen dat Best een mooie, grote en bedrijvige gemeente is die meer dan de omliggende gemeenten goede maatjes is met de grootstad Eindhoven. Een fijne uitdaging voor de heer Mangelmans. Best heeft in korte tijd kennelijk een hele aansprekende ontwikkeling doorgemaakt. In "Zeg maar dag tegen Brabant", het boek waarmee dr. L. van Egeraat in het begin van de zeventiger jaren zoveel stof heeft doen opwaaien, staan hele andere dingen over Best. Op deze feestelijke dag zal ik die niet citeren. Wel voel ik me verleid, lezend over Best u wat te laten horen over de heilige Odulphus, die aan het eind van de achtste eeuw in Best is geboren en wiens afbeelding het officieuze gemeentewapen siert. Het stukje komt uit het boek "Met de heiligen het jaar rond" en is van de hand van prof. Van Mierlo, jezuiet. Het klinkt als een pro fielschets van een nieuwe burgemeester. Ik citeer: "Van St. Odulphus is ons niet zo heel veel meer bekend dan wat er staat afgebeeld op de altaartaferelen in de kerken van Best en Oirschot en al zijn deze taferelen mogelijk niet geheel en al historisch juist, ze beelden ongetwijfeld de liefelijkheid uit die men steeds in zijn deugden heeft aangevoeld en die domineert in de wijze waarop men hem pleegt af te beelden: Als een jeugdig persoon met een volronde en blozende appel. Want hoewel zijn heiligheid beproefd is in een lang leven en hij uit zijn levens beschrijvingen te voorschijn treedt als een krachtige en karakter volle man, een grijsaard soms, is men hem toch steeds willen blijven zien als een beminnelijke jongeling wiens deugden aan vaard en geapprecieerd worden, omdat ze schijnbaar onbewust worden bezeten." En even verder: "Odulphus weerspiegelt aldus de ziel van het Brabantse volk, waaruit hij is voortgekomen en dat hem in zijn overlevering zo heeft gemaakt: Beminnelijk met iets naiefs, heilig zonder baatzucht, te goeder trouw." Maar nu terug naar de twintigste eeuw. Eenmaal bekend met de benoeming van de heer Mangelmans realiseerden we ons pas hoe vaak we elke dag het woord "best" in de mond nemen, in de geest van "het is hier best gezellig", "het was best koud", "hij is best sociaal". Best heeft dan iets vergoelijkendsiets ver zachtends. Dat kan als positief worden aangemerkt al heeft het ook iets verhullends. Negatief is het in ieder geval niet, behalve in het grapje dat kennelijk dagelijks te Eindhoven te horen is, namelijk: Deze trein stopt niet te Best. Heel toevallig kwam ik het woord best dezer dagen in een heel andere

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 268