BIJZONDERE RAADSVERGADERING OP DINSDAG 29 MEI 1990 OM 16.00 UUR IN CULTUREEL CENTRUM FIDEI ET ARTI Aanwezig de leden: W.A.A.M. van Overveld, B.A. den Braber, A.C.J.M. van Agtmaal, dr. F.A.J. van den Bosch, J.M. Hermes, J.F.M. van Hoek, G.C.J. Huijpen, M.G.P. Jongenelen, W.J.M. Koch, G. Korpel-SchipperC.L.A. van de Luijtgaarden, drs. J.P. van Oosterhout, S.A.I. du Pont, ir. C.J.M. Wijnen. Voorzitter: mr. P.J.J.M. Mangelmans. Secretaris: J.A.P.M. van den Bosch. Bericht van verhindering is ingekomen van het lid S.P.H.M. Dirven-van Aalst. 1Opening De VOORZITTER opent de vergadering. 2. Toespraak door wethouder Van Overveld De heer VAN OVERVELD: Het kan verkeren, sprak Bredero. Zo ben je een jong raadslidje, wat later een onervaren wethoudertje en nu sta je als loco-burgemeester afscheid te nemen van de voorzitter van het college. Voor mij is dit een vreemde gewaarwording. De burgemeesterspost van Oudenbosch is voor mij min of meer ver eenzelvigd met de persoon van de heer Mangelmans. Natuurlijk herinner ik me uit mijn jeugd de heer Funk en nadien uit mijn wat oudere jongere periode de heer Van Casteren, maar het meest toch heb ik bewust als burgemeester van Oudenbosch onze mr. Mangelmans meegemaakt. Eerst als gewoon burger, later als raads lid, voor zover een onderscheid tussen burgers en deze groep gemaakt mag worden en tenslotte als lid van het college. Daarbij heb ik drie toch enigszins verschillende blikken op de burge meester gekregen en die wil ik u hier bij zijn afscheid niet onthouden. Als inwoner van deze koepelstad vond ik de burgemeester wat moeilijk in te schatten. Zijn karakter en presentatie waren zo heel anders als die van zijn voorganger, zo leek het. Ik zou zijn presentatie in dit opzicht als correct, maar afstandelijk willen karakteriseren. Als raadslid ontmoette ik een kundige, uiterst correcte voorzitter die als een herdershond waakte over het gedrag van de kudde in de raadskooiVaardig in het debat, met een kwinkslag of een stevige steek onder water, wist hij ons, raadsleden, te bewegen tot een goede correcte zakelijke wijze van omgaan met elkaar. Daarbij moet ik opmerken dat hij vooral lette op de grote lijn en zich nadrukkelijk distantieerde van de behandeling van te veel details. Die horen naar zijn overtuiging thuis in de vak-commissievergaderingen. Als lid van het college van B W maakte ik toch met een iets andere Mangelmans kennis. Zakelijk in de discussies was hij

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 263