-15- zou alleen geld kosten, aan twee kanten, want dan levert het ook geen huuropbrengst. Dus dat betekent dat we om die reden die zaak hebben gecombineerd. Dat is niet echt voorzien. De VOORZITTER: Ik neem aan dat we met de aantekeningen dat het CDA en de VVD tegen zijn kunnen vaststellen dat dit besluit genomen is conform het voorstel. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen, onder aantekening dat de fracties van het CDA en de VVD tegen dit voorstel zijn. 15. Voorstel tot het beschikbaarstellen van een krediet ten behoeve van noodzakelijk onderhoud van de Reginabouw/wijziging gemeentebegroting 1990 De heer HUIJPEN: Ja, dank u wel, mijnheer de voorzitter. Dit is typisch een voorstel dat de WD-fractie lV2 jaar geleden al voorzien had en we zijn het er van harte mee eens, want we hebben dus wederom vastgesteld dat het bijzonder hard nodig is Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 16. Voorstel tot het beschikbaarstellen van 4.500,ten behoeve van de Stichting Openbare Bibliotheek Oudenbosch/ wijziging gemeentebegroting 1990 De VOORZITTER: Hierbij geldt dus dezelfde kanttekening als bij de twee eerdere agendapunten dat het CDA en de VVD wensen tegen te zijn vanwege het ontbreken van dekkingsmiddelen. De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter, ik wil vaststellen dat als je tegen bent vanwege het ontbreken van dekkingsmiddelen, dat je dan ook een politiek principiële keuze maakt. Dat betekent dat het niet belangrijk genoeg is dat je vindt dat deze gelden niet richting bibliotheek moeten omdat je daar de middelen daarvoor niet uittrekt. Het dekkingsvoorstel van het college wordt dan afgewezen, maar daar kun je andere dekkingsmiddelen tegenover zetten als je vindt dat het noodzakelijk is. Die politieke keuze die wordt dan ontgaan op dit moment door de andere partijen. Dat wil ik graag vaststellen. De heer VAN DEN BOSCH: Ja, voorzitter, mag ik erop inhaken, dat is een typische conclusie. Kijk, het is een taak van, in de commissie ABZ heeft de commissie breed geadviseerd, ik breng dat in herinnering, om dat niet via de post onvoorzien te laten brengen, als ik me goed herinner. Daar was u ook bij. De voor zitter van de toenmalige commissie is gevraagd om dat mee te nemen, zijn huiswerk te doen. Hij sputterde tegen en dat kan ik me vanuit zijn perspectief ook wel voorstellen, want die denkt dat haal ik even binnen. Dat huiswerk is niet gedaan. Dan worden wij hier geconfronteerd met een voorstel. Ik vraag de procedure, kan die hier ter plekke worden veranderd. De voorzitter zegt, denk ik terecht, het is voor of tegen. Dat is dus niet ons probleem. Dat is het probleem van het college. De heer VAN OOSTERHOUT: Dat klopt, het is niet uw probleem,

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 255