-8- de raad. Ik denk dat ook rondom die onderhandelingen en totstandkoming van die statuten is juist die bevoegdheid bij dat bestuur gelegd, van jullie vullen dat aan en het is niet aan de raad om over kandidaten te praten. Daar zijn we het met zijn allen over eens. Dat is dan toch niet het ornament om die statuten te wijzigen. De statuten zoals ze voorliggen zijn klaar, zijn duidelijk, Waarom zou je dan nu, omdat je als raad blijk baar niet die discussie aan wil gaan, zou je nu die statuten wijzigen. Ik vind dat een verkeerde gang van zaken. De VOORZITTER: Nee, nee, we hebben van de vorige vergadering met elkaar geleerd, dacht ik. Maar u hebt het goede recht om daar een andere opvat ting over te hebben. De heer VAN OOSTERHOUT: Ja, juist, voorzitter, van de vorige vergadering hebben we geleerd. Ik kan het, hoewel ik wat problemen heb met een deel van de inhoud van de brief zoals de heer Wijnen hem geformuleerd heeft, wil ik met mijn fractie graag de voortgang bewerkstelligen, of mede be werkstelligen. Onder toevoeging van die passage zijn wij akkoord. De VOORZITTER: Mag ik vaststellen dat twee fractieleden van de Partij van de Arbeid aantekening van vragen dat ze er niet mee akkoord zijn en dat we de brief van de heer Wijnen laten uitgaan, aangevuld met de uitnodiging om die wijziging voor te bereiden en dan in de commissievergadering treedt eenieder op met zijn eigen verantwoordelijkheid. Besloten wordt: a. de stukken, vermeld onder 1 tot en met 7 en 9 tot en met 11, voor ken nisgeving aan te nemen; b. met betrekking tot het stuk, vermeld onder 8, een negatieve reactie uit te doen gaan; c. het stuk, vermeld onder 12, conform het ontwerp-schrijven van de heer Wijnen met als aanvulling de uitnodiging om een statutenwijziging voor te bereiden, te beantwoorden, onder aantekening dat de leden Hermes en Korpel-Schipper hier tegen zijn; d. het stuk, vermeld onder 13, conform ter inzage liggend ontwerp-schrijven te beantwoorden onder aantekening dat, als de uitnodiging om te komen met een voorstel niet duidelijk overkomt, het schrijven in die zin wordt aangepast. 4. Behandeling der begroting 1990 van de algemene dienst en van de bedrij ven De VOORZITTER: Ik stel voor dames, heren, dat wij de volgorde spiegelen ten opzichte van die van vorig jaar. Dat zou betekenen dat allereerst de VVD het woord voert, vervolgens het CDA, dan ONS en vervolgens de rij ge sloten wordt door de Partij van de Arbeid. De heer HUIJPEN: Zie bijlage I. De VOORZITTER schorst de vergadering voor de koffiepauze. Na opheffing van de schorsing geeft de VOORZITTER het woord aan: De heer WIJNEN: Zie bijlage II. De heer VAN OOSTERHOUT: Mijnheer de voorzitter, dames en heren, in overleg met mijn fractie heb ik besloten om u niet de integrale algemene beschou wingen van mijn fractie voor te lezen. Ik zal u daar een stuk uit voorle zen en behalve dat stukje luistergenot, tussen aanhalingstekens wellicht, kan ik u dan straks ook een stuk leesgenot meegeven, omdat het de bedoe-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 24