-4-
het aantal leerlingen bij bepaalde scholen, dat dat vermin
dert en mijn fractie heeft zich afgevraagd hoe zich dat ver
houdt naar de inrichting en of dat bezien wordt of dat de in
richting zeg maar middels alternatieven eventueel aangewend
zou kunnen worden.
De heer VAN OVERVELD: Het is zo dat alles wat er gebeurt, ge
beurt conform het aantal leerlingen. Er wordt niet meer aange
schaft dan er nodig is. Je kunt moeilijk zeggen in verband
met het feit dat we misschien volgend jaar minder leerlingen
hebben schaffen we nu vijf tafeltjes minder aan. Wat u bedoelt
met inrichting via alternatieve middelen, of hoe noemt u dat?
De heer HUIJPEN: Nee, het leerlingenaantal vermindert, dus
bijvoorbeeld De Bukehof. Dan is het voorstelbaar dat er in
de inrichting dus ook wat van vrij komt en de vraag van mijn
fractie is van in hoeverre wordt nu bezien of dat dus die in
richting inpasbaar is bij andere scholen.
De heer VAN OVERVELD: Dat is in het verleden inderdaad wel
eens bekeken. Er is ook wel eens van gebruik gemaakt. Er is
door de scholen ook wel eens gebruik gemaakt van eikaars ma
teriaal. In dit geval is dat niet aan de orde.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
5. Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet ten behoeve
van klimaatbeheersing van de gymzaal aan de Beukenlaan
De heer VAN DEN BOSCH: Ja, voorzitter, wij hebben bij de eerdere
commissievoorbereiding bij deze voorstellen die onder punt 5,
14, 16 en 17 betrekking hebben op een ten laste brengen van
de post onvoorzien, hebben wij het standpunt ingenomen dat
de post onvoorzien in 1990 toch heel zorgvuldig mee moet worden
omgegaan, omdat er toch, denken wij, nog een aantal echt on
voorziene zaken in 1990 op ons af zullen komen. We hebben
toen als fractie het standpunt ingenomen dat deze agendaposten
we op zich positief beoordelen. Bij één ervan zal ik nog een
enkele kanttekening maken, maar dat we geen voorstander zijn
om die ten laste van de post onvoorzien te brengen, maar eigen
lijk aan de vakcommissies de zaken te willen terugleggen en
ook naar het ambtelijk apparaat om te vragen of binnen de begro
ting die is vastgesteld, ruimte kan worden gevonden. We hebben
toen gesteld, het gaat niet om echt grote bedragen, dat het
toch een hele nuttige oefening zal zijn om die exercitie te
gaan plegen omdat wij verwachten dat 1991 dit soort exercities
in veelvoud zal moeten gaan gebeuren, gezien de plannen die
we als gemeente op een groot aantal terreinen hebben. Dus
wij zouden willen voorstellen, maar ik zou niet precies weten
hoe dat nou technisch moet. U zegt het voorstel is letterlijk
ten laste van onvoorzien brengen. Daar zijn wij dus op tegen.
We zijn dus niet tegen het idee zelf, tegen het voorstel zelf.
Of we zouden mondeling, laat ik zeggen daar een amendement
op moeten indienen, dat we dus niet tegen het voorstel zelf
zijn maar wel tegen de wijze van financieren, maar dat laat
ik graag aan u over, voorzitter. Bij één agendapunt hebben
we nog een enkele kanttekening en dat is denk ik toch illustratief