VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD OP DONDERDAG 5 APRIL 1990 Aanwezig de leden: B.A. den Braber, W.A.A.M. van Overveld, C.W.H. van Dongen, J.M. Hermes, G.M.A.A. van der Heijde, G.C.J. Huijpen, M.G.P. Jongenelen, W.J.M. Koch, G. Korpel-SchipperC.L.A. van de Luijtgaarden, drs. J.P. van Oosterhout, S.A.I. du Pont, A.M.J. de Raad-Dillerop, ir. C.J.M. Wijnen. Bericht van verhindering is ingekomen van het lid J.F.M. van Hoek. Voorzitter: mr. P.J.J.M. Mangelmans. Secretaris: J.A.P.M. van den Bosch. 1Opening De VOORZITTER opent de vergadering. 2. Onderzoek geloofsbrieven nieuw-benoemde raadsleden De VOORZITTER: Daarvoor schrijft het reglement van orde voor dat er uit uw midden een commissie wordt benoemd van drie personen opgedragen aan de voorzitter tenzij de raad dat aan zich trekt. Ik zou willen benoemen mevrouw De Raad, de heer Van Dongen en de heer Van der Heijde. Ze hebben zo'n aardig aantal gekozen om te vertrekken. Bent u bereid om dit verantwoordelijke werk te doen? Dan schors ik de vergadering en geef ik u bij wijze van handrei king de stukken over via de secretaris. De VOORZITTER schorst de vergadering. Na opheffing van de schorsing geeft de VOORZITTER het woord aan: De heer VAN DER HEIJDE: Voorzitter, de commissie heeft mij ge vraagd namens de commissie te rapporteren aangaande het onderzoek van de geloofsbrieven van de nieuw-benoemde raadsleden. De com missie wil daar toch enige woorden aan wijden, want wij waren in de veronderstelling dat van een tweetal nieuw-benoemde raadsleden de geloofsbrieven niet in orde waren. Ik wil dat kort toelichten. De stukken die betrekking hebben op de benoeming van de raadsleden de stukken die de nieuw-benoemde raadsleden allemaal kennen en gezien hebben, die zijn aan een dertiental raadsleden uitgereikt en ze hebben ook die uitreiking ondertekend, het bewijs van ont vangst kennisgeving benoeming lid van de raad en wij constateerden dat bij een tweetal raadsleden die kennisgeving ontbrak. De com missie was op dat moment eigenlijk van mening dat aan die beide raadsleden dus blijkbaar de benoeming niet is overhandigd. We heb ben dat onderzocht, we hebben daar toch een ambtenaar over bena derd en wij waarderen het dat hij op zijn sportavond toch even aan de telefoon wilde komen. Het blijkt dat aan twee raadsleden de stukken aangetekend zijn verzonden en dat derhalve het bewijs van ontvangst, die kennisgeving benoeming lid van de raad, niet formeel bij die stukken hoort te zitten. De commissie concludeert dan ook dat de geloofsbrieven van alle 15 benoemde raadsleden in orde zijn bevonden.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 202